Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 22 november 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:12264
Feiten
Werknemer is in dienst geweest bij (de rechtsvoorganger van) Allianz Global Corporate & Specialty SE (hierna: Allianz) en bouwde daar pensioen op. Allianz heeft de pensioenregeling per 1 januari 2013 gewijzigd. De toeslagverlening is van onvoorwaardelijk naar voorwaardelijk gegaan. Werknemer heeft hierover geprocedeerd. Bij arrest van 21 januari 2020 heeft het Hof Den Haag werknemer in het gelijk gesteld. Het hof heeft Allianz veroordeeld om de tot 1 januari 2001 opgebouwde pensioenaanspraken bij ASR vanaf 1 januari 2013 onvoorwaardelijk te indexeren en om deze indexatie te financieren, op straffe van een dwangsom. Werknemer wil dat Allianz hem € 50.000 aan dwangsommen betaalt omdat Allianz volgens hem niet tijdig aan de veroordeling heeft voldaan. Werknemer eist daarnaast financiering aan ASR om aan werknemer € 3.480 per jaar uit te betalen voor indexatie over de periode 1 januari 2001 tot 1 januari 2013.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Allianz is geen dwangsommen verschuldigd
De gevorderde dwangsommen worden afgewezen. Allianz is namelijk geen dwangsommen verschuldigd, want zij heeft tijdig voldaan aan de veroordeling van het hof. Allianz heeft ASR op 26 maart 2020, dus vóór de betekening van het arrest, een indexatiekoopsom van € 62.702 betaald voor de op de datum van het arrest tot en met 2020 verschuldigde onvoorwaardelijke indexatie voor de door werknemer bij ASR opgebouwde pensioenaanspraken. Vast staat dat de berekende koopsom juist is en dat deze is betaald aan ASR. Hierdoor heeft Allianz voldaan aan de veroordeling van het hof om de onvoorwaardelijke indexatie over de tot 1 januari 2001 opgebouwde pensioenaanspraken vanaf 1 januari 2013 te financieren.
Allianz hoefde niet alle toekomstige indexatie bij voorbaat te financieren
Allianz was niet verplicht om ook alle toekomstige onvoorwaardelijke indexatie tot aan de verwachte sterfdatum bij voorbaat te financieren. De Hoge Raad heeft in het AFM-arrest op 21 april 2023 geoordeeld dat het niet nodig is toekomstige indexatie vooraf te financieren als de onvoorwaardelijke indexatie is gekoppeld aan het deelnemerschap. Dat is bij werknemer het geval. Het standpunt van werknemer dat hij zowel tijdens het dienstverband (als deelnemer) als na beëindiging daarvan (als slaper en gepensioneerde) een onvoorwaardelijk recht op indexatie heeft, volgt de kantonrechter niet. Het klopt dat werknemer als deelnemer een recht op onvoorwaardelijke indexatie had. Maar zoals Allianz terecht heeft betoogd, is dit een onvoorwaardelijk recht op indexatie met een voorwaardelijk element, namelijk dat hij deelneemt aan de regeling. Zodra deelname aan de pensioenregeling stopt (als werknemer slaper of gepensioneerde wordt) heeft werknemer geen recht op onvoorwaardelijke indexatie meer maar alleen een recht op voorwaardelijke indexatie.
Afwijzing van de vorderingen van werknemer volgt.