Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 29 oktober 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:17506
Feiten
Werknemer heeft van 1979 tot 1 april 2024 gewerkt bij de gemeente Rotterdam, laatstelijk in de functie van projectmanager bij de dienst Stadsontwikkeling. Op 21 november 2023 is bij de gemeente melding gedaan van vermoedens van integriteitsschendingen door werknemer. Volgens deze melding zou werknemer zich onder andere schuldig hebben gemaakt aan belangenverstrengeling, het niet of onjuist melden van nevenwerkzaamheden en het daarbij mogelijk financieel benadelen van de gemeente. Deze melding is voor de gemeente aanleiding geweest een (extern) onderzoek in te stellen. In december 2023 heeft het NRC artikelen gepubliceerd met als titels ‘Rotterdam onderzoekt corruptie bij renovaties Boijmans en De Doelen’ en ‘De tekenen van corruptie waren duidelijk. Toch keek Rotterdam weg’. Uit eigen onderzoek van de gemeente naar aanleiding van de NRC-publicaties volgt dat werknemer zowel namens de gemeente als in privé banden onderhield met meerdere partijen. De gemeente heeft op 18 maart 2024 aangifte gedaan tegen werknemer. Op 15 augustus 2024 heeft de gemeente ten laste van werknemer conservatoir bewijsbeslag gelegd op kopieën van gegevensdragers die zich onder werknemer bevinden en op kopieën van gegevensdragers die de Rijksrecherche in beslag heeft genomen. Deze kopieën zijn in bewaring gegeven aan DigiJuris B.V. De gemeente vordert in kort geding – kort gezegd – inzage in en afschrift van een selectie van voornoemde bescheiden. Volgens de gemeente kunnen deze bescheiden bijdragen aan het bewijs van de onrechtmatige benadeling door werknemer in een civielrechtelijke procedure tot vergoeding van de schade.
Oordeel
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. De gemeente heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat werknemer mogelijk onrechtmatig tegenover haar heeft gehandeld en dat zij als gevolg daarvan is benadeeld. Uit de overgelegde stukken volgt kort samengevat dat leveranciers die werknemer herhaaldelijk in opdracht van de gemeente inschakelde ook (financieel) betrokken zijn bij (de activiteiten van) de privévennootschappen van werknemer. Op basis daarvan heeft de gemeente gegronde vermoedens dat de leveranciers en werknemer door middel van een ‘kick back’-constructie (financieel) voordeel hebben genoten ten koste van de gemeente. Ook heeft het onderzoek aanknopingspunten opgeleverd voor andere vormen van belangenverstrengeling bij de opdrachtverlening door werknemer namens de gemeente. De gemeente heeft bovendien voldoende aannemelijk gemaakt dat de informatie waarover zij op dit moment beschikt nog maar het topje van de ijsberg is. Het is aannemelijk dat de berichten die via privé-e-mailadressen van werknemer en via andere privécommunicatiemiddelen zijn gewisseld meer inzicht kunnen geven in de aard en de omvang van het gestelde onrechtmatig handelen van werknemer en dat de gemeente aan de hand daarvan beter in staat zal zijn te bepalen of zij als gevolg van dat handelen schade heeft geleden en, zo ja, hoe hoog die schade is. Al met al is de voorzieningenrechter van oordeel dat de gemeente een rechtmatig belang heeft bij inzage in de in de dagvaarding omschreven bescheiden. Ook zijn die bescheiden naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende bepaald. Het belang dat de gemeente het onrechtmatig handelen van werknemer in rechte kan aantonen dient te prevaleren boven het belang van werknemer. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen (grotendeels) toe.