Rechtspraak
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 14 november 2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:4187
werkgeefster/werknemer
Feiten
Werknemer is op 1 oktober 1981 bij werkgeefster in dienst getreden. Op 25 april 2015 is werknemer wegens ziekte uitgevallen. Op 20 maart 2017 heeft het UWV geoordeeld dat werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering in de categorie 45-55%. Met ingang van 25 april 2017 heeft werknemer 50% van zijn gebruikelijke werkzaamheden verricht. Op 2 mei 2017 heeft werkgeefster een brief aan werknemer gestuurd met een bevestiging dat zijn FTE-factor is aangepast naar 0,5 FTE in verband met de gedeeltelijke uitkering. Werkgeefster heeft verzocht om een exemplaar getekend te retourneren. Dit heeft werknemer niet gedaan. Werknemer heeft per e-mail van 10 oktober 2018 aanspraak gemaakt op uitbetaling van een pro rata transitievergoeding. In eerste aanleg heeft werknemer verzocht om veroordeling van werkgeefster tot betaling van 50% van de transitievergoeding. Werkgeefster heeft verweer gevoerd en een beroep gedaan op de vervaltermijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het niet redelijk en billijk is om het niet in acht nemen van de vervaltermijn tegen te werpen. Aan werknemer is de transitievergoeding toegekend. Werkgeefster komt op tegen de beschikking.
Oordeel
Partijen hebben in het onderhavige geval uitvoering gegeven aan de brief van 2 mei 2017 en zijn het erover eens dat er sprake is van een door omstandigheden gedwongen substantiƫle en structurele vermindering van de arbeidstijd in de zin van de Kolom-beschikking. Dit betekent dat werknemer in beginsel aanspraak heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding. Werkgeefster doet echter een beroep op de vervaltermijn. Werknemer stelt dat de vervaltermijn niet van toepassing is, omdat zijn gedeeltelijke transitievergoeding niet is gebaseerd op artikel 7:673 BW, maar op de in de Kolom-beschikking geformuleerde regel. Het hof volgt werknemer hierin niet. De transitievergoeding waarop een werknemer op grond van de Kolom-beschikking in bepaalde gevallen aanspraak kan maken is geen andere dan de transitievergoeding als bedoeld in artikel 7:673 BW. De vervaltermijn is dan ook eveneens van toepassing. Het verzoekschrift is ingekomen ter griffie buiten de vervaltermijn. Beoordeeld dient te worden of de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid in de weg staat aan het beroep van werkgeefster op de vervaltermijn. Het hof is van oordeel dat uit de feiten en omstandigheden die werknemer heeft aangevoerd niet volgt dat het beroep op de vervaltermijn naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Werknemer had in de maand na beƫindiging van de arbeidsovereenkomst kunnen weten dat de transitievergoeding niet was betaald en had dan ook de gelegenheid om binnen de vervaltermijn een verzoek tot een gedeeltelijke transitievergoeding in te dienen. Werknemer voert voorts aan dat hij tot aan de Kolom-beschikking niet bekend was met een mogelijk recht op een gedeeltelijke transitievergoeding. Dit beroep op een verschoonbare rechtsdwaling treft geen doel. Aanvaarding van een beroep op dwaling omtrent de uitleg van het objectieve recht kan in het belang van een behoorlijk verloop van het rechtsverkeer in het algemeen niet worden aanvaard. Het zou in strijd met de rechtszekerheid zijn wanneer de toepasselijkheid of de aanvang van een vervaltermijn afhankelijk is van het tijdstip waarop de verzoeker de juiste juridische beoordeling van de feiten duidelijk is geworden. Ook het feit dat werkgeefster mogelijk een compensatie zou kunnen ontvangen voor de door haar te betalen transitievergoeding op grond van de Wet Compensatie Transitievergoeding die op 1 april 2020 in werking treedt, brengt niet mee dat de vervaltermijn buiten toepassing moet blijven. Het beginsel van goed werkgeverschap gaat niet zo ver dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat een werkgever een beroep op een vervaltermijn doet, indien de werkgever aanspraak kan maken op een (gehele of gedeeltelijke) compensatie van een betaalde transitievergoeding. De grieven van werkgeefster slagen. De bestreden beschikking wordt vernietigd.