Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 27 september 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:9418
werkneemster/werkgever
Feiten
Werkneemster is op 1 december 2011 bij werkgever X (hierna: X) in dienst getreden in de functie van topstylist voor 12 uur per week. Met ingang van 17 november 2014 is de arbeidsovereenkomst omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Werkneemster heeft zich in september 2016 ziek gemeld. In het kader van een re-integratietraject hebben partijen afgesproken om met elkaar in gesprek te gaan. Werkneemster is echter niet komen opdagen. Als gevolg van de niet-nakoming van de afspraak, heeft X vanaf september 2016 de loonbetaling aan werkneemster opgeschort. Werkneemster heeft in verstrekprocedure een vordering tot loondoorbetaling ingesteld, welke bij verstrekvonnis van 21 december 2016 is toegewezen. X heeft tegen de uitgesproken veroordeling van de kantonrechter verzet ingesteld.
Oordeel
X stelt dat hij van werkneemster mocht en kon verwachten dat zij contact met hem zou opnemen teneinde afspraken te maken omtrent een re-integratietraject. Nu werkneemster zulks heeft nagelaten, is X van mening dat hij terecht tot opschorting van het loon kon overgaan. De kantonrechter volgt X hierin niet en oordeelt als volgt. Partijen hebben in het kader van het re-integratietraject enkele data voor een bespreking uitgewisseld. Toen dit niet direct tot resultaat leidde, heeft X de loondoorbetaling gestaakt en verder niets ondernomen. De stelling van X dat hij werkneemster per brief opnieuw heeft uitgenodigd voor een gesprek wordt verworpen, omdat hij geen bewijsstuk van de uitnodiging heeft kunnen produceren. De kantonrechter is dan ook van mening dat X veel te snel naar het middel van loonopschorting heeft gegrepen. Daarnaast is het feit dat hij na de loonopschorting feitelijk niets meer heeft ondernomen om het re-integreren van werkneemster mogelijk te maken in strijd met de zorgplicht die in redelijkheid van een goed werkgever mag worden verwacht. De conclusie is dat X ten onrechte is overgegaan tot het treffen van een loonsanctie. Het verstrekvonnis zal daarom worden bekrachtigd.