Werknemer is vanaf 1 september 1978 tot 1 september 1985 in dienst geweest van De Raad van Arbeid te Dordrecht. Aansluitend is werknemer vanaf 1 september 1985 tot 1 januari 2002 in dienst geweest van de Stichting sociaal fonds Bouwnijverheid (SFB). Per 1 januari 2002 is SFB op grond van de Wet SUWI samen met de andere uitvoeringsinstellingen opgegaan in UWV en is werknemer derhalve bij UWV in dienst.

Werknemer vordert te verklaren voor recht dat UWV de dienstjaren van werknemer met medeneming van de jaren gewerkt bij de Raad van Arbeid telt vanaf 1 september 1978, met veroordeling van UWV in de kosten van de procedure. Werknemer stelt dat er een uitspraak ligt van de geschillencommissie TZ/Arbo SFB en dat de Plaatsingsadviescommissie UOSV in een brief van 30 januari 1996 aan werknemer heeft medegedeeld dat de jaren gewerkt bij de Raad van Arbeid worden beschouwd als SFB-jaren. Datzelfde heeft UWV in de e-mail van 26 juli 2002 nogmaals uitdrukkelijk aan werknemer bevestigd. In haar systemen heeft UWV toen ook 1 september 1978 als datum van indiensttreding vermeld en in 2003 heeft werknemer zijn 25-jarig jubileum gevierd. Werknemer is van oordeel dat hij UWV aan haar toezegging mag houden. De kantonrechter is van oordeel dat UWV haar toezegging, in elk geval gedaan in 2002, onverkort na dient te komen. Het is evident dat UWV op verzoek van werknemer zonder enig voorbehoud, in 2002 de datum van indiensttreding heeft vastgesteld op 1 september 1978. Daar kan UWV niet eenzijdig op terug komen.

Vordering tot verklaring voor recht wordt toegewezen.