Naar boven ↑

Rechtspraak

X/kantonrechter
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 21 april 2016
ECLI:NL:RBROT:2016:5912

X/kantonrechter

Afwijzing wrakingsverzoek. Tussenvonnis waarin bewijsopdracht wordt gegeven en de motivering daarvan is niet zo zeer onbegrijpelijk dat daarvoor geen andere verklaring kan worden gegeven, dan dat deze door vooringenomenheid is ingegeven.

X heeft een wrakingsverzoek ingediend en daartoe het volgende aangevoerd. De kantonrechter gaat in het tussenvonnis volledig voorbij aan het feit dat X zich op een door een gerechtsdeurwaarder getekende arbeidsovereenkomst (een authentieke akte) beroept en draait de bewijslast om. De kantonrechter heeft zonder enige onderbouwing bepaald dat de vennootschap verschoonbaar gedwaald heeft bij zowel de opstelling als de ondertekening van de arbeidsovereenkomst. De bewijslast is door de kantonrechter niet alleen omgedraaid maar ook verzwaard en zodanig dat de uitkomst van de bewijsopdracht niets zal veranderen aan de uiteindelijke uitspraak van de kantonrechter. X heeft nooit gesteld dat hij op 16 januari een e-mailbericht met versie 5 heeft verzonden; hij heeft de oorspronkelijke e-mail ook nooit in het geding gebracht. X moet nu bewijzen dat het e-mailbericht met versie 5 door de ander is ontvangen en besproken. Dat is niet alleen onmogelijk, maar ook onzinnig.

De rechtbank oordeelt als volgt. Het wrakingsverzoek is gegrond op de inhoud van het tussenvonnis van 26 februari 2016. De kantonrechter heeft in dat tussenvonnis een bewijsopdracht aan X gegeven. Naar het oordeel van de wrakingskamer is die beslissing van de kantonrechter en de motivering daarvan niet zo zeer onbegrijpelijk dat daarvoor geen andere verklaring kan worden gegeven, dan dat deze door vooringenomenheid is ingegeven. Niet is gebleken dat de kantonrechter bij het nemen van die beslissing reeds een oordeel heeft gevormd over de uitkomst van de te leveren bewijslevering. Met de gegeven bewijsopdracht biedt de kantonrechter X onder meer de gelegenheid om te bewijzen dat hetgeen de kantonrechter daaraan voorafgaand heeft overwogen, anders is, of anders moet worden geïnterpreteerd. Aangezien er nog geen eindvonnis is gewezen, heeft ook (de gemachtigde van) X nog voldoende gelegenheid om te reageren op hetgeen de kantonrechter in zijn tussenbeslissing heeft overwogen en beslist, ook hetgeen X thans heeft opgemerkt over de zijns inziens onmogelijkheid of onzinnigheid van de bewijsopdracht. Dat de kantonrechter niet meer openstaat voor een andere kijk op de procedure en reeds een definitief eindoordeel heeft gevormd is niet gebleken. Volgt afwijzing van het verzoek.