Naar boven ↑

Rechtspraak

The Last Waterhole/werknemer
Gerechtshof Amsterdam (Locatie Amsterdam), 1 december 2015
ECLI:NL:GHAMS:2015:5019

The Last Waterhole/werknemer

Barmedewerker heeft recht op pro rata deel fooienpot bij einde dienstverband.

Werknemer is van 13 juni 2013 tot en met 29 juli 2013 in dienst geweest bij The Last Waterhole, volgens de vermelding in de arbeidsovereenkomst in de functie van barmedewerker. Het tussen partijen overeengekomen brutoloon bedroeg € 10 per uur. Er is tussen partijen een geschil ontstaan over de afwikkeling van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft onder meer een bedrag ter zake van fooi toegewezen van € 590.

Het hof oordeelt als volgt. The Last Waterhole voert aan dat zij jegens haar medewerkers geen aanspraak maakt op afdracht van ontvangen fooien - de fooienpot wordt volgens haar door de manager volgens een fair systeem onder de medewerkers verdeeld -, zodat uitgesloten is dat medewerkers een aanspraak op fooi op haar hebben. Dit verweer laat echter onverlet dat The Last Waterhole als goed werkgeefster is gehouden in het kader van de afwikkeling van het dienstverband van werknemer het deel van de fooienpot dat voor hem zou zijn bestemd uit te keren. Het hof begrijpt de stellingen van werknemer zó dat het gevorderde bedrag van € 2,50 per gewerkt uur berust op ervaringen omtrent de opbrengst van fooien. The Last Waterhole heeft de uitkomst van deze schatting als zodanig onvoldoende bestreden, zodat deze tot uitgangspunt dient. Wel heeft The Last Waterhole het aantal uren bestreden. Werknemer heeft zijn vordering gebaseerd op 236 uur. Het hof begrijpt: 154 over de periode vanaf 1 juli 2013 en 82 over de periode tussen 21 juni en 1 juli 2013. Met inachtneming van het eerder overwogene komt het hof tot (76,4 + 154) 230,4 uren, zodat werknemer een bedrag toekomt van € 576 en niet € 590.