Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Perfect Vloerenonderhoud B.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 7 december 2015
ECLI:NL:RBAMS:2015:8763

werknemer/Perfect Vloerenonderhoud B.V.

Arbeidsongeschikte werknemer die weigert passende arbeid te verrichten, heeft geen recht op loondoorbetaling.

Werknemer is sedert 1 maart 2010 in dienst van Perfect Vloerenonderhoud, laatstelijk in de functie van schoonmaker. Op 31 december 2013 is er een plank op het hoofd van werknemer gevallen, waardoor hij arbeidsongeschikt is geraakt. De arboarts was van oordeel dat werknemer passende werkzaamheden dan wel passende delen van zijn eigen werk kon verrichten, rekening houdend met zijn beperkingen. Werknemer heeft de aangeboden lichte schoonmaakwerkzaamheden geweigerd, onder verwijzing naar zijn ziekte. Perfect Vloerenonderhoud heeft het loon opgeschort vanaf 12 december 2014. Op 6 februari 2015 heeft het UWV geoordeeld dat de aangeboden werkzaamheden passend zijn. Perfect Vloerenonderhoud heeft vervolgens een plan van aanpak opgesteld, waarover met werknemer op 11 februari 2015 is gesproken. Werknemer heeft op 12 februari 2015 zijn werkzaamheden hervat. Bij beschikking van 9 juli 2015 is de arbeidsovereenkomst ontbonden tegen 1 augustus 2015, zulks op grond van een verandering in de omstandigheden, zonder vergoeding. In de onderhavige procedure vordert werknemer loon over de periode tussen 17 december 2014 en 12 februari 2015.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft geen recht op loon over de periode tussen 17 december 2014 en 12 februari 2015. Vast staat dat Perfect Vloerenonderhoud werknemer in de periode tussen 17 december 2014 en 12 februari 2015 passende arbeid heeft aangeboden, waartoe werknemer geschikt was. Vast staat ook dat werknemer die werkzaamheden niet heeft verricht. Voorts is voldoende komen vast te staan dat Perfect Vloerenonderhoud werknemer bij brief van 17 december 2014 heeft bericht dat het loon zou worden opgeschort en dat die opschorting gehandhaafd zou blijven zolang werknemer de passende arbeid niet zou verrichten. Werknemer heeft weliswaar gesteld dat hij geen voorafgaande aankondiging van de loonopschorting heeft ontvangen, maar dat is gelet op de brief van 17 december 2014, die aan het juiste adres en aangetekend is verstuurd, onaannemelijk. Overigens zou werknemer zo hij nergens van wist, wel rond de loonbetaling van december 2014, dan wel die van januari 2015 op het uitblijven van zijn loon tijdens ziekte hebben gereageerd. Dat heeft hij niet gedaan. De werknemer die passende arbeid weigert, verliest ingevolge het bepaalde in artikel 7:629 lid 3 onderdeel c BW zijn aanspraak op loon over de tijd, die hij, hoewel hij daartoe in staat is, zonder deugdelijke grond de passende arbeid, waartoe de werkgever hem in de gelegenheid stelt, niet verricht. Volgt afwijzing van de vordering.