Rechtspraak
werkgeefster/werkneemster
Werkneemster is per 1 september 2012 voor onbepaalde tijd in dienst getreden van werkgeefster in de functie van crew operator. De arbeidsovereenkomst bevat een concurrentie- en geheimhoudingsbeding. Werkneemster heeft haar arbeidsovereenkomst per 1 december 2013 opgezegd, om vervolgens bij A in dienst te treden in de functie van liaison manager. Werkgeefster stelt dat werkneemster het concurrentiebeding heeft overtreden en vordert schadevergoeding en betaling van verbeurde contractuele boetes.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De gevorderde betaling van verbeurde boetes wordt afgewezen. Anders dan werkgeefster stelt, was B geen cliƫnt van haar. Werkneemster is niet in overtreding door werkzaamheden voor B te verrichten. Vast staat dat werkneemster jegens werkgeefster onrechtmatig heeft gehandeld door aansluitend aan haar dienstverband in dienst te treden bij de concurrent A. Werkneemster heeft echter goed gemotiveerd betwist dat er een causaal verband is tussen haar in dienst treden bij A en de overstap van klanten van werkgeefster naar A. Werkgeefster heeft de stelplicht en bewijslast van dit causaal verband. De schade als gevolg van het verlies van Z als klant van werkgeefster kan aan werkneemster toegerekend worden, omdat zij in strijd met het non-concurrentiebeding bij A in dienst is getreden, wetende dat het de bedoeling was dat haar persoonlijke dienstverlening klanten van werkgeefster zou bewegen over te stappen naar haar nieuwe werkgever. Deze wetenschap van werkneemster wordt afgeleid uit diverse omstandigheden waarop werkgeefster heeft gewezen. Werkneemster heeft opgezegd op de datum waarop A is opgericht. Zij is aansluitend aan haar dienstverband met werkgeefster bij A in dienst getreden op aanzienlijke betere arbeidsvoorwaarden, terwijl haar werkzaamheden niet wezenlijk veranderden. Zij bleef zorgen voor dezelfde bemanningen voor dezelfde klanten. Voorts heeft werkneemster aanvankelijk voor werkgeefster verborgen gehouden dat zij het non-concurrentiebeding heeft overtreden door aansluitend bij A in dienst te treden. Gelet op het voorgaande is er voldoende causaal verband tussen het onrechtmatige handelen van werkneemster en de schade van het omzetverlies van Z voor werkgeefster. De vordering tot vergoeding van die schade op te maken bij staat ligt voor toewijzing gereed. Zulk causaal verband van omzetverlies van andere klanten is niet aangetoond. Nu werkgeefster terzake een bewijsaanbod heeft gedaan, wordt zij toegelaten bewijs te leveren. Volgt aanhouding van de zaak.