Rechtspraak
Gerechtshof Amsterdam, 18 december 2012
ECLI:NL:GHAMS:2012:BZ0127
Arbeidsbemiddeling Interpool B.V./Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten
In februari 2008 heeft SNCU Interpool verzocht bepaalde stukken aan te leveren. Interpool heeft dit aanvankelijk nagelaten, ondanks diverse sommaties en ingebrekestelling. De uiteindelijk overgelegde stukken gaven aanleiding tot een onderzoek bij Interpool zelf. Dit onderzoek is gedaan door Providius. Uit het eindrapport van Providius volgt dat Interpool de CAO Uitzendkrachten structureel niet naleeft. Geschat wordt dat Interpool werknemers een bedrag van € 1.485.281 te weinig aan loon heeft uitbetaald. In eerste aanleg heeft SNCU naleving van de cao gevorderd onder last van een dwangsom en betaling van een forfaitaire schadevergoeding van € 100.000. De vorderingen van SNCU zijn grotendeels toegewezen. Tegen dit oordeel keert Interpool zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. Interpool stelt zich onder meer op het standpunt dat SNCU zich niet op artikel 15 WCAO kan beroepen. Het hof verwerpt dit standpunt, stellende dat artikel 15 WCAO niet in de weg staat aan een nadere uitwerking in litigieuze cao’s waarin aan SNCU procesbevoegdheid wordt gedelegeerd. Voor zover Interpool in algemene termen de representativiteit van de steekproef in het rapport van Providius bestrijdt, kan dat niet gelden als een gemotiveerde weerspreking van de juistheid van het rapport. Door te stellen dat de vakantietoeslag en de reservering voor vakantiedagen zijn uitbetaald, hoewel de loonstroken hiervan geen melding maken, miskent Interpool dat de CAO Uitzendkrachten een minimum-cao is en de berekening van Providius is gebaseerd op het loon dat Interpool overeenkomstig de CAO Uitzendkrachten had moeten betalen. Ten slotte heeft Interpool aangevoerd dat aannemelijk is, althans niet valt uit te sluiten dat zij niet alle werknemers aan wie loon zou moeten worden nabetaald zal kunnen opsporen, met als gevolg dat de uiteindelijke nabetaling zou plaatsvinden tot een lager bedrag dan waartoe zij zou zijn veroordeeld en zij dwangsommen zou verbeuren. Het hof ziet onder ogen dat mogelijk niet alle onderbetaalde werknemers gevonden zullen kunnen worden, maar acht dit geen reden om af te zien van het opleggen van een dwangsom. Anders zou de noodzakelijke prikkel tot het nakomen van de verplichtingen door Interpool ontbreken.
Met betrekking tot de forfaitaire schadevergoeding, merkt Interpool op dat het vorderen van naleving en boete strijdig is met artikel 6:92 BW. Het hof wijst erop dat Interpool miskent dat de boete ziet op schending van de informatieplicht en derhalve losstaat van de nalevingsvordering.