Naar boven ↑

Rechtspraak

Steens Consultants B.V./werknemer
Gerechtshof Den Haag, 21 februari 2012
ECLI:NL:GHSGR:2012:BW0090

Steens Consultants B.V./werknemer

Schorsing van het concurrentiebeding vanwege aanmerkelijke positieverbetering werknemer (37% meer loon en overige emolumenten). Het plaatsen van een Twitter-bericht leidt – anders dan Facebook of LinkedIn – niet tot overtreding relatiebeding

Werknemer is op 11 april 2007 voor de duur van 40 uur per week in de functie van recruiter bij Steens in dienst getreden. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing op grond waarvan het de werknemer gedurende een periode van twaalf maanden na het einde van het dienstverband niet is toegestaan een gelijksoortige functie te bekleden bij een concurrent van Steens of vanuit een eigen onderneming, binnen een straal van 45 kilometer van het huidige kantooradres van Steens & Partners. Werknemer heeft op 28 juli 2011 zijn arbeidsovereenkomst met Steens opgezegd tegen 1 september 2011. Hij is per 1 september 2011 bij Resources Management & Finance B.V. te Utrecht (hierna: Resources) als recruiter in dienst getreden. Resources ligt binnen de in het concurrentiebeding genoemde straal van 45 kilometer. Hemelsbreed ligt het vestigingsadres van Resources ongeveer 38 km van het kantooradres van Steens. De kantonrechter heeft het concurrentiebeding geschorst. Tegen dit oordeel keert Steens zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Het belang van Steens weegt niet op tegen het belang van werknemer. Vast is komen te staan dat werknemer aanmerkelijk meer gaat verdienen bij Resources (37% hoger loon), meer doorgroeimogelijkheden heeft en een internationale(re) markt kan bedienen. Mede in het perspectief van de van kracht blijvende relatie- en geheimhoudingsbedingen, acht het hof de schorsing van het concurrentiebeding terecht.

Steens stelt geen vertrouwen te hebben in de integriteit van werknemer met betrekking tot het naleven van het relatie- en het geheimhoudingsbeding en wijst in dat verband naar door haar overgelegde Twitter-berichten. Uit die berichten blijkt dat werknemer vanaf 14 september 2011 aangeeft (voor Resources) op zoek te zijn naar zzp’ers op het terrein van ‘finance’. Mogelijk begeeft werknemer zich met die berichten met betrekking tot het nakomen van het relatiebeding op glad ijs, maar vooralsnog is het hof van oordeel dat met die berichten nog geen sprake is van het ‘onderhouden van zakelijke contacten’ zoals door het relatiebeding verboden. Ook niet als men hierbij zogenaamde ‘volgers’ betrekt. Het volgen op Twitter is een eenzijdige actie vanuit de volger en niet specifiek geïnitieerd vanuit de eigenaar van het gevolgde Twitter-account. Een uitnodiging daarvoor en een acceptatie daarvan zijn (anders dan bijvoorbeeld bij de persoonlijke accounts op Facebook of LinkedIn) niet nodig. Het gaat bij een Twitter-bericht/tweet zoals hier aan de orde in feite om een moderne vorm van adverteren gericht op gegadigden voor werk die zich (onweersproken) doorgaans bij meerdere bedrijven zoals Steens en Resources hebben ingeschreven en dus regelmatig in beide ‘kaartenbakken’ zullen zitten.