Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 21 maart 2011
ECLI:NL:RBHAA:2011:BP9417
werkneemster/Inopsy Nederland BV
Werkneemster is op 6 september 2010 bij Inopsy in dienst getreden als juridisch assistente. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat deze na beëindiging van het opleidingstraject van werkneemster wordt omgezet in een nulurencontract. Volgens Inopsy is de arbeidsovereenkomst reeds in november 2010 van rechtswege geëindigd en omgezet in een nulurencontract. Inopsy stelt dat deze contractsvorm een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is, terwijl werkneemster meent dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, zodat zij recht heeft op loon. Werkneemster vordert doorbetaling van (achterstallig) loon.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De stelling van Inopsy dat de arbeidsovereenkomst in feite een nulurencontract is, vindt geen steun in het schriftelijke arbeidscontract. Het door Inopsy als 'tijdelijk' benoemde karakter van de overeenkomst betekent niet dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Daarvoor is immers vereist dat partijen een objectief vast te stellen tijdstip hebben afgesproken waarop de arbeidsovereenkomst eindigt. Aan dit vereiste is niet voldaan met het beding dat beëindiging door Inopsy van het opleidingstraject meebrengt dat de arbeidsovereenkomst verandert in een nulurencontract. Ook overigens heeft Inopsy de voor werkneemster kenbare beëindiging van het opleidingstraject niet aannemelijk gemaakt. De slotsom luidt dan ook dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geldt. Niet aannemelijk is geworden dat die overeenkomst met wederzijds goedvinden is geëindigd dan wel rechtsgeldig is opgezegd. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat de arbeidsovereenkomst tot 1 maart 2011 heeft voortgeduurd (datum waarop werkneemster bij een andere werkgever in dienst is getreden).