Rechtspraak
Rechtbank Overijssel, 21 oktober 2010
ECLI:NL:RBALM:2010:BO1419
Stichting Pensioenfonds Boekelo Decor/Boekelo Decor B.V.
Het Pensioenfonds vordert veroordeling van Boekelo Decor tot betaling van een pensioendekkende premie. Het Pensioenfonds heeft, kort en zakelijk weergegeven, aan haar vordering ten grondslag gelegd dat Boekelo Decor B.V. als werkgever gehouden is de kostendekkende premie te voldoen, de CEO van de moedermaatschappij betaling daarvan – in geval van veroordeling – aan de OR van Boekelo heeft toegezegd en dat, ingeval Boekelo Decor B.V. niet betaalt, het Pensioenfonds op grond van de brief van DNB tot liquidatie zal moeten overgaan. Dat is voor de werknemers buitengewoon onvoordelig gelet op de slechte situatie op de financiële markten en de beperkte huidige waarde van de beleggingen. Voor zover Boekelo Decor B.V. zich beroept op betalingsonmacht dient dat verweer verworpen te worden. Boekelo Decor B.V. heeft een vordering op het moederbedrijf van ruim 7 miljoen euro.
De kantonrechter oordeelt als volgt. In artikel 128 Pensioenwet is bepaald dat het pensioenfonds een kostendekkende premie vaststelt. In artikel 128 lid 1 Pensioenwet wordt nader beschreven hoe die kostendekkende premie berekend dient te worden. Dat brengt evenwel niet met zich dat Boekelo Decor B.V. als werkgever in een geval dat de door hem te betalen maximum vastgestelde premie, te weten van 15% respectievelijk 8% zoals omschreven in de pensioenreglementen niet tot een kostendekkende premie leidt, de werkgever dat meerdere dient te betalen. Daarvoor is noch in de Pensioenwet, noch in de Uitvoeringsregeling zoals tussen partijen overeengekomen, noch in de pensioenreglementen 2005 en 2006 een basis te vinden. Een andere uitleg zou de maximum vastgestelde, door werkgever te betalen bijdrage tot een dode letter maken. Evenmin is gesteld of gebleken dat Boekelo Decor B.V. heeft toegezegd dat zij bereid is de kostendekkende premie, ook voor zover die het overeengekomen maximum te boven gaat, zal voldoen.