Naar boven ↑

Rechtspraak

Luba People heeft op 3 juli 2009 uit de failliete boedel van P&E een uitzendonderneming (hierna: de onderneming) gekocht. Deze onderneming is actief in het uitzenden van (voornamelijk) Poolse uitzendkrachten. Het bestand uitzendkrachten bedraagt ongeveer 1400 personen. In de koopovereenkomst heeft Luba de intentie neergelegd om alle uitzendkrachten aan het werk te houden en 75% van het vaste personeel, afhankelijk van welke klanten zouden blijven. Een oud ex-bestuurder van P&E (reeds drie jaar geen bestuurder meer) heeft het faillissement van P&E aangegrepen om een eigen uitzendonderneming te starten. De ex-bestuurder benadert uitzendkrachten en werknemer van P&E. Luba vordert een verbod van ex-bestuurder nog langer contact te onderhouden met uitzendkrachten en werknemers van P&E. Volgens Luba is sprake van onrechtmatige concurrentie.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Ex-bestuurder heeft verklaard dat de surseance van betaling van P&E haar heeft doen besluiten wederom een uitzendbureau op te zetten. Zij verklaart tevens de klanten van P&E uit de periode dat zij aandeelhouder en bestuurder van P&E was te hebben benaderd. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft ex-bestuurder onrechtmatig gehandeld jegens P&E door de genoemde klanten van P&E te benaderen. Uit de genoemde feiten dient tevens te worden afgeleid dat ex-bestuurder mogelijk onrechtmatig jegens P&E zal handelen door klanten, werknemers en uitzendkrachten van haar te benaderen en contractuele relaties met (voormalige) klanten, werknemers en uitzendkrachten van P&E aan te gaan. Dat de duur van het concurrentiebeding tussen ex-bestuurder en P&E inmiddels is verstreken laat de onrechtmatigheid van het handelen van ex-bestuurder onverlet. Het stelselmatig benaderen van de klanten van de (voormalige) werkgever door de (voormalige) werknemer is onrechtmatig jegens de (voormalige) werknemer ongeacht of een concurrentiebeding bestaat dan wel heeft bestaan. Het is in het belang van de curatoren van P&E dat zoveel mogelijk werknemers haar dienst op korte termijn zullen verlaten omdat de verplichtingen van de curatoren jegens de werknemers en/of het UWV daardoor zullen worden beperkt. Op grond daarvan hebben de curatoren er belang bij dat ex-bestuurder Luba geen jegens de curatoren onrechtmatige concurrentie aandoet. Het handelen van ex-bestuurder kan er immers toe leiden dat Luba minder werknemers van P&E een arbeidsovereenkomst zal aanbieden. Het had op de weg van ex-bestuurder gelegen ook een bod te doen op (een deel van) de onderneming van P&E. In plaats daarvan tracht ex-bestuurder de know how van P&E te gebruiken en daarmee in concurrentie met Luba te treden. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter handelt ex-bestuurder daarmee ook onrechtmatig jegens Luba. Ex-bestuurder komt over als een succesvolle zakenvrouw en het had haar bekend dienen te zijn dat zij (een deel van) de onderneming van P&E had dienen te kopen in plaats (een deel van) de onderneming van P&E buiten de curatoren om voort te zetten.

Volgt toewijzing vordering Luba.