Rechtspraak
Werkneemster is in dienst van Stichting Werkgeversinstituut Sociaal Cultureel Werk Rotterdam. De stichting is slechts een formele werkgever die op basis van door de gemeente Rotterdam toegekende ID-loonkostensubsidie werknemers in dienst heeft en bij derden tewerk stelt. Omdat de gemeente Rotterdam de subsidie heeft beƫindigd, verzoekt de stichting ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werkneemster. Het is onmogelijk om werkneemster in de eigen organisatie een plaats te geven en - mede vanwege werkneemsters arbeidsongeschiktheid - re-integratie bij derden is tot op heden niet gelukt.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Hoezeer het, gelet op de toestand waarin verweerster verkeert, op zichzelf ook valt te betreuren dat er voor haar geen ander werk voorhanden is en waarschijnlijk op korte termijn ook niet zal komen, in de gegeven omstandigheden kan van verzoekster in redelijkheid niet worden gevergd dat de arbeidsovereenkomst met verweerster blijft voortduren. De kantonrechter zal de arbeidsovereenkomst daarom ontbinden. De kantonrechter acht echter geen termen aanwezig om aan verweerster ten laste van verzoekster een vergoeding toe te kennen, gelet op het bijzondere karakter van deze arbeidsverhouding, waarbij verzoekster slechts heeft gefungeerd als de formele werkgever en voor de betaling van het loon van verweerster volledig afhankelijk was van de door de gemeente verstrekte subsidie.