Rechtspraak
De arbeidsovereenkomst met werknemer wordt opgezegd. Nog voor het einde van de arbeidsovereenkomst - in de opzegtermijn - vindt werknemer een nieuwe dienstbetrekking. Centraal staat de vraag in hoeverre deze nieuwe dienstbetrekking dient te worden meegewogen in het oordeel of het ontslag kennelijk onredelijk is.
Het hof oordeelt als volgt. Dit in aanmerking genomen, alsmede alle overige omstandigheden van het geval, zoals de slechte financiële omstandigheden bij Euregio die aan het ontslag ten gronde hebben gelegen, de in acht genomen opzegtermijn van twee maanden en het feit dat werknemer sinds medio december 2005 was vrijgesteld van werkzaamheden, oordeelt het hof niettemin het ontslag kennelijk onredelijk omdat voor werknemer geen enkele voorziening is getroffen ter compensatie van zijn aanmerkelijke achteruitgang in inkomen, die reeds voordat de arbeidsovereenkomst afliep op 1 februari 2006 voorzienbaar was vanwege zijn nieuwe werkkring met een lagere bezoldiging per 1 januari 2006. Bij de vergelijking tussen het nieuwe en het oude loon, is tevens het fiscale voordeel van werknemer in België meegewogen. Het hof oordeelt, alle in het tussenarrest en in dit arrest genoemde omstandigheden in aanmerking genomen, een schadevergoeding van € 20.000 bruto redelijk en billijk.