(Ex-)werkgeefster heeft niet onderbouwd en aannemelijk gemaakt dat sprake is van substantiële en stelselmatige afbreuk van haar bedrijfsdebiet. Geen onrechtmatige concurrentie.

Vordering werknemer tot schorsing concurrentie- en relatiebeding afgewezen. Werkgever heeft zwaarwegend belang bij handhaving van het concurrentiebeding. Werknemer heeft essentiële commerciële kennis en niet valt uit te sluiten dat sprake kan zijn van een aantasting van het bedrijfsdebiet.

De strekking van het nevenwerkzaamhedenbeding is klaarblijkelijk dat hieronder ook activiteiten vallen die verband houden met de uitzendbranche en/of andere werkzaamheden van werkgever. Werknemer heeft het beding overtreden.

Geen onrechtmatige concurrentie ex-werknemers zonder concurrentie- of relatiebeding.

Voormalig werknemers hebben postcontractuele bedingen geschonden waardoor boetes zijn verbeurd. Het door hen opgerichte concurrerende bedrijf is aansprakelijk wegens onrechtmatig handelen. Bewijsopdracht voormalig werkgever om de omvang van de schade te bewijzen.

Onrechtmatige concurrentie. Niet is komen vast te staan dat werknemer onrechtmatig concurreert.

Er is in kort geding niet komen vast te staan dat werkneemster het volgens werkgeefster in de arbeidsovereenkomst getekende concurrentie- en relatiebeding heeft geschonden of dat er sprake is van onrechtmatige concurrentie.

Kort geding. Werknemer vordert betaling van achterstallig loon en vakantiegeld en vakantiedagen. Niet duidelijk is of werknemer geld dient te ontvangen of dient te betalen aan werkgever na schending nevenwerkzaamhedenbeding. Vorderingen van werknemer worden afgewezen.

Kort geding. Concurrentiebeding niet geschorst na belangenafweging. Bescherming van bedrijfsdebiet van werkgever weegt zwaarder dan positieverbetering van werkneemster. Verzochte billijke vergoeding afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.

Werknemer heeft in strijd gehandeld met het voor hem geldende concurrentie/relatiebeding door een concurrerende onderneming te runnen.