Naar boven ↑

Update

Nummer 20, 2025
Uitspraken van 9 mei 2025 tot 14 mei 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. R. van Hemert, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: ongelijke behandeling sectorfonds tijdelijke en vaste krachten
In AR 2025-0601 staat de vraag centraal of een sectorfonds terecht een naheffingspremie kon opleggen omdat werkgevers voor tijdelijke werknemers een lagere premie (namelijk werkelijk aantal gewerkte uren) afdroegen dan voor onbepaaldetijders (forfaitaire afdracht van 6,5 uur per dag). Het Hof van Justitie EU overweegt dat onbepaaldetijders worden bevoordeeld ten opzichte van tijdelijke werknemers en dat hiervoor geen objectieve rechtvaardiging kan worden gegeven. De uitspraak is onder meer ook interessant omdat de werkgevers als verweer voerden dat het sectorfonds niet-ontvankelijk zou zijn in deze procedure omdat het fonds een ‘derde partij’ was en Richtlijn 1999/70/EG met betrekking tot dit fonds geen rechtstreekse werking had. Het Hof oordeelt dat dit niet wegneemt dat prejudiciële vragen gesteld kunnen worden omdat het fonds uiteindelijk namens de werkgevers de uitkering aan de werknemers doet. Een afgeleide vraag was of een dergelijke afdracht wel onder ‘arbeidsvoorwaardelijke beloning’ in de zin van de richtlijn valt. Het Hof verduidelijkt (opnieuw) dat een sectorale afdracht waarbij de overheid slechts een verdelende rol heeft, onder ‘arbeidsvoorwaarden’ valt. Zou het een bijdrage zijn aan collectieve publieke regeling, dan niet.

Ktr.: Hema-medewerkster die onvoldoende ‘MONDO’ is, wordt ontslagen op de e-grond
In AR 2025-0579 spreekt werkgever (Hema) werkneemster aan wegens ‘onder de norm presteren’. Werkneemster moet meer de ‘Mondo-waarden’ uitstralen (modern, opgewekt, nuchter, dapper, open). Daarna doen zich incidenten en uiteindelijk een schorsing voor. Het lijkt erop dat de beoordeling ‘onder de norm’ werkneemster in het verkeerde keelgat is geschoten en dat zij op dat moment de hakken in het zand heeft gezet. Het is uiteraard niet leuk als je werkgever meent dat je onder de maat presteert, maar binnen redelijke grenzen is het nu eenmaal wel aan de werkgever om te bepalen wat hij verwacht van zijn werknemers en of die werknemers voldoen aan de verwachtingen. Hema verwachtte niets onredelijks van werkneemster. Dit geldt ook voor de wens van Hema dat werkneemster dit verbetertraject zou volgen in haar eigen vestiging in plaats van in een kleiner filiaal. Werkneemster is zich vervolgens echter wel onredelijk gaan gedragen. Vanaf de beoordeling ‘onder de norm’ wilde werkneemster welbeschouwd niets meer, althans niet dat wat Hema wilde.

Ktr.: moeilijke en moeizame medewerker ontslagen op de i-grond, 30% extra transitievergoeding
In AR 2025-0576 oordeelt de kantonrechter over de beëindiging van een arbeidsrelatie met een ‘lastige werknemer’. De verwijten die werkgeefster werknemer maakt, bevinden zich grotendeels op het snijvlak van disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding. Hoewel bij beide ontslaggronden kanttekeningen te plaatsen zijn, is de combinatie van gronden wel zodanig dat van werkgeefster in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst met werknemer voort te zetten. De kern van het probleem is dat werknemer niet functioneert en zich niet gedraagt zoals werkgeefster dat wil en ook mag verlangen van werknemer. Dat leidt tot een onvruchtbare voedingsbodem voor verdere samenwerking. Daarbij is met name van belang dat door de negatieve houding van werknemer een situatie is ontstaan die mogelijk niet onherstelbaar is, maar wel heel onwenselijk in een professionele organisatie. Daarnaast weegt mee dat werknemer al eens de kans is geboden om zijn gedrag en functioneren te verbeteren, maar dat hij is teruggevallen in oud (en onwenselijk) gedrag. Gedragsverandering is bovendien moeilijk te gieten in een formeel verbetertraject en zal uiteindelijk uit de persoon zelf moeten komen, maar dat is niet gebeurd. Werknemer lijkt ook niet in te zien dat zijn gedrag consequenties heeft voor de sfeer op de werkvloer. Dit maakt dat de kantonrechter het met werkgeefster eens is dat in redelijkheid niet van haar gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Er geldt weliswaar een opzegverbod omdat werknemer sinds februari 2022 lid is van de ondernemingsraad van werkgeefster, maar het verzoek houdt hiermee geen verband. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden. Werknemer heeft recht op een transitievergoeding en een extra vergoeding van 30% van de transitievergoeding omdat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op de i-grond.

Ktr.: werkneemster is niet in staat mee te groeien in digitalisering van haar functie, d-grond
In AR 2025-0584 staat het ontbindingsverzoek wegens disfunctioneren centraal. Werkneemster is niet meer in staat haar werkzaamheden uit te voeren in verband met de digitalisering van haar werkzaamheden, waar werkneemster niet in meekomt. De gemeente Zwolle heeft ruimschoots geprobeerd werkneemster te begeleiden en te herplaatsen. Zij heeft ruim voldoende tijd genomen en meer dan voldoende inspanningen gepleegd, wat helaas zonder resultaat is gebleven. De arbeidsovereenkomst is op de d-grond ontbonden.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hof

Rechtbank