Naar boven ↑

Rechtspraak

Federatie Nederlandse Vakbeweging/Scania Production Zwolle B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 16 september 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:5624
Afwijzing vordering FNV tot nakoming cao en uitbetaling toeslagen voor bezwarende arbeidsomstandigheden. Recht op SAO-toeslag is in cao niet gekoppeld aan afdelingen als geheel maar aan functies en daaraan verbonden bezwarende arbeidsomstandigheden.

Feiten

Scania Production Zwolle B.V. (hierna: Scania) is een Scania-fabriek in Zwolle. De cao Metalektro (hierna: de cao), die op de activiteiten van Scania van toepassing is, kent een systeem voor arbeidsomstandigheden (hierna: SAO). Op grond daarvan kunnen werknemers een toeslag krijgen wanneer zij in hun werk worden blootgesteld aan bezwarende arbeidsomstandigheden. Volgens FNV heeft Scania in de periode vóór 1 januari 2020 niet aan alle werknemers die daar recht op hebben een dergelijke toeslag toegekend. FNV wil onder meer dat Scania de cao nakomt en alsnog aan de betreffende (ex-)werknemers een toeslag uitkeert over de periode van 19 oktober 2017 (in verband met verjaring wordt in deze procedure niet verder teruggekeken) tot 1 januari 2020, op straffe van een dwangsom.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het geschil gaat in het bijzonder over de wijze waarop bij Scania de SAO-indeling tot stand is gekomen. Centraal staat de vraag of Scania de SAO-indeling heeft vastgesteld op basis van afdelingen waar werknemers met verschillende functies werkzaam waren en die allen eenzelfde SAO-trede kregen toegewezen, of dat zij een indeling aan de hand van de functies heeft gemaakt. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende komen vast te staan dat het onderzoek ten behoeve van de SAO-waardering een waardering op functieniveau betreft. Eerst heeft Scania gekeken naar de afdelingen als geheel. Komen er op een afdeling werkzaamheden voor waarvoor een SAO-trede kan gelden, dan wordt gekeken voor welke functies op die afdeling dat het geval is. Scania noemt dat een proces van afpellen. Alleen als een medewerker in zijn functie feitelijk wordt blootgesteld aan bezwarende omstandigheden, bestaat er aanspraak op een SAO-toeslag. Er werd dan ook ingezoomd op functies en niet enkel gekeken naar afdelingen als geheel. Dit laatste biedt dan ook geen grondslag voor toewijzing van de vordering van FNV. De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van FNV ook niet toewijsbaar is op grond van de Wet cao. Op grond van artikel 9 Wet cao kan FNV alleen nakoming vorderen van hetgeen bij cao is overeengekomen. Artikel 4 SAO-cao gaat uit van een indeling in trappen van arbeidsomstandigheden van de in de functies van de werknemers voorkomende arbeidsomstandigheden. FNV heeft echter niet gesteld en evenmin is gebleken dat alle in de vordering bedoelde (oud-)werknemers dezelfde functie vervulden/vervullen en/of werkten/werken onder identieke of vergelijkbare, bezwarende arbeidsomstandigheden. FNV vordert dus geen nakoming van de cao, maar nakoming van een afwijking daarvan, namelijk toekenning van dezelfde trede aan alle (oud-)werknemers op de afdeling TR en FFU, ook als zij onder arbeidsomstandigheden werk(t)en die een SAO-toeslag niet rechtvaardigen. De vorderingen stuiten af op artikel 9 lid 2 Wet cao, omdat dit artikellid aan FNV het recht toekent nakoming te vorderen van hetgeen bij cao is overeengekomen. Het recht op een SAO-toeslag is in de cao echter niet gekoppeld aan afdelingen maar aan functies en de daaraan verbonden bezwarende arbeidsomstandigheden. Afwijzing van de vorderingen van FNV volgt.