Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 30 juni 2025
ECLI:NL:RBOVE:2025:4380
Feiten
In de zomer van 2024 heeft werknemer bij Colorful Kitchen B.V. gesolliciteerd naar de functie van kok. Colorful Kitchen was voornemens een restaurant in Zwolle te openen. Werknemer heeft in 2024 enige tijd belangeloos werkzaamheden verricht, zoals het samenstellen van het menu. Begin januari 2025 hebben partijen een schriftelijke arbeidsovereenkomst ondertekend met daarin een indiensttredingsdatum van 3 februari 2025. Werknemer zou 38 uur per week werken tegen een salaris van € 3.303,83 bruto per maand. Bij overeenkomst van 27 februari 2025 is Colorful Kitchen akkoord gegaan met het verzoek van werknemer de indiensttredingsdatum te vervroegen naar 3 januari 2025. Het restaurant is door verschillende omstandigheden niet van de grond gekomen. Colorful Kitchen heeft werknemer vanaf het begin van de arbeidsovereenkomst geen salaris betaald. Werknemer verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden, onder toekenning van de transitievergoeding, een vergoeding ex artikel 7:671c lid 3 onder a BW en het loon (met vakantiegeld) vanaf 3 januari 2025 tot de dag dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn geëindigd.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Inmiddels bestaat er een achterstand in de salarisbetaling van bijna zes maanden. Het structureel niet betalen van het loon is een omstandigheid die van dien aard is dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve dadelijk of na korte tijd behoort te eindigen. Van werknemer kan niet worden gevergd dat hij aan de arbeidsovereenkomst gebonden blijft, terwijl zijn salaris niet wordt betaald. Toewijzing van het ontbindingsverzoek volgt. De kantonrechter is van oordeel dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van Colorful Kitchen: het betalen van loon is de kernverplichting van de werkgever. Werknemer heeft recht op een transitievergoeding van € 590,07. Voorts heeft werknemer recht op salaris vanaf 3 januari 2025 tot 1 juli 2025 (datum ontbinding). Colorful Kitchen moet over het achterstallig salaris ook het overeengekomen vakantiegeld van 8% per maand betalen. Op grond van artikel 7:671c lid 3 onder a BW kan de kantonrechter, indien het de rechter billijk voorkomt, de werknemer een vergoeding toekennen tot ten hoogste het bedrag van het loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst normaal gesproken geduurd zou hebben. Werknemer heeft naar het oordeel van de kantonrechter een billijk verzoek gedaan om deze vergoeding uit te betalen over een termijn van drie maanden. De vergoeding van in totaal € 9.911,49 bruto wordt toegewezen.