Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 15 april 2025
ECLI:NL:RBDHA:2025:10650
Feiten
Zzp’er heeft op 4 april 2020 werkzaamheden verricht aan de Bezuidenhoutseweg in Den Haag, te weten graafwerkzaamheden in verband met het aanleggen van een glasvezelnetwerk. Hij is tijdens de uitvoering van die werkzaamheden betrokken geraakt bij een ongeval, waarbij zijn linkerhand bekneld is geweest. Zzp’er is ingeschakeld door Palmax, die als (onder)onderaannemer was ingeschakeld door HVI die op haar beurt als onderaannemer was ingeschakeld door hoofdaannemer Allinq. Zzp’er heeft HVI en Palmax aansprakelijk gesteld voor de gevolgen van het hem overkomen ongeval. Zowel HVI als Palmax heeft geen aansprakelijkheid erkend. Zzp’er verzoekt de kantonrechter kort samengevat voor recht te verklaren dat HVI en Palmax hoofdelijk aansprakelijk zijn en hen hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de door hem geleden schade.
Oordeel
Zzp’er heeft aan zijn verzoeken jegens HVI en Palmax artikel 7:658 lid 4 BW ten grondslag gelegd.
Rechtsverhouding HVI-zzp’er
Niet kan worden vastgesteld dat HVI als werkgever van zzp’er heeft te gelden in de zin van artikel 7:658 BW. Vast staat dat tussen zzp’er en HVI geen arbeidsovereenkomst bestaat. Zzp’er heeft tijdens het voorlopig getuigenverhoor ook verklaard dat hij ten tijde van dit project en het ongeval alleen voor Palmax als zzp’er werkte en hij van Palmax instructies kreeg. Ook is het ongeval gemeld bij Palmax en fungeerde Palmax als aanspreekpunt voor zzp’er. Zzp’er heeft vervolgens geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit blijkt dat ook HVI instructies gaf, toezicht hield en zeggenschap had over de door hem uit te voeren werkzaamheden op de werkplaats waaruit moet worden afgeleid dat (ook) HVI als werkgever van zzp’er moet worden aangemerkt. Nu niet wordt voldaan aan de vereisten van artikel 7:658 lid 4 BW, zijn de verzoeken van zzp’er jegens HVI niet toewijsbaar.
Rechtsverhouding Palmax-zzp’er
Palmax is niet in de procedure verschenen om verweer te voeren. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen, zodat beslist kan worden zonder haar verweer. De door zzp’er aan zijn verzoek ten grondslag gelegde feiten staan als niet weersproken in deze procedure vast. Aangezien bedoelde feiten het ingestelde verzoek kunnen dragen, behoort dit als op de wet gegrond en niet onrechtmatig te worden toegewezen. Omdat inmiddels is gebleken van een eindtoestand, is voldoende dat Palmax aansprakelijk kan worden gehouden voor de door zzp’er geleden schade als gevolg van het ongeval. Het verzoek zal worden toegewezen, zoals door de kantonrechter vermeld.