Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Athora Netherlands N.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 28 november 2023
ECLI:NL:RBAMS:2023:8419
Werkgever heeft werknemer, als gevolg van standplaatswijziging, terecht niet als boventallig als bedoeld in Sociaal Plan aangemerkt.

Feiten

Werknemer is in dienst van Athora Netherlands N.V. (hierna: Athora). Werknemer vordert een verklaring voor recht dat hij per 1 mei 2023 als boventallig wordt aangemerkt in de zin van het Sociaal Plan Athora 2021-2023, als gevolg van een standplaatswijziging per 1 mei 2023. Hij voert daartoe aan dat ten gevolge van de standplaatswijziging zijn reistijd is toegenomen en dat die meer dan 2,5 uur retour per dag bedraagt. Op grond van het Sociaal Plan moet hij dan als ‘boventallig’ worden aangemerkt, aldus werknemer. Athora is van mening dat de standplaatswijziging geen ingrijpende gevolgen heeft voor werknemer en dat niet aan de cumulatieve vereisten van het Sociaal Plan is voldaan nu de reistijd van werknemer niet meer dan 2,5 uur retour per dag ‘wordt’, omdat die voor 1 mei 2023 ook al meer dan 2,5 uur retour per dag bedroeg, en werknemer destijds bij aanvang van zijn dienstverband vrijwillig voor die langere reistijd heeft gekozen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen zijn het erover eens dat de desbetreffende bepalingen uit het Sociaal Plan moeten worden uitgelegd conform de cao-norm. De bepaling ter zake van de standplaatswijziging luidt voor zover hier relevant: “Indien de reorganisatie een wijziging van je standplaats betekent, volg je in principe je werk. Dit is alleen anders indien je reistijd voor woon-werkverkeer toeneemt en meer dan 2 ½ uur retour per dag wordt (…). Wil je ondanks de toegenomen reistijd tot meer dan 2 ½ uur retour per dag toch graag je functie op de nieuwe standplaats vervullen, dan kun je dit kenbaar maken (…). De status van boventalligheid vervalt dan (…).” Een grammaticale uitleg van het woord ‘worden’ brengt mee dat daarmee gedoeld wordt op een situatie zoals die in de toekomst zal zijn en niet op een situatie die reeds bestaat. Daaruit volgt naar het oordeel van de kantonrechter dat voor boventalligheid vanwege een standplaatswijziging nodig is dat de reistijd retour niet alleen toeneemt maar door de wijziging ook meer dan 2,5 uur zal gaan bedragen, daar waar dat voorheen niet het geval was. Ook als gekeken wordt naar de doelstelling van het Sociaal Plan, namelijk een regeling treffen voor die werknemers die ingrijpende gevolgen ondervinden van een reorganisatie, maakt vorenstaande niet anders. Ook al is de ingrijpendheid van die gevolgen niet als zelfstandig vereiste in het Sociaal Plan opgenomen, zoals werknemer terecht heeft opgemerkt, vastgesteld wordt wel dat die er voor werknemer niet zijn. Hij wordt door de standplaatswijziging slechts geconfronteerd met een bescheiden toename van zijn reistijd en werkt bovendien voornamelijk vanuit huis. Uitleg van de desbetreffende bepalingen in het Sociaal Plan aan de hand van de bewoordingen, de kenbare ratio, strekking en systematiek volgens de cao-norm wijst uit dat dit plan twee cumulatieve vereisten kent, te weten: 1) de reistijd moet toenemen door de standplaatswijziging en: 2) de reistijd moet meer dan 2,5 uur retour per dag worden. Dat Athora bij de adviesaanvraag aan de OR zelf ook ervan uitging dat werknemer boventallig zou zijn en dat een OR-lid heeft gezegd dat werknemer boventallig is, maakt niet dat Athora gehouden is in weerwil van de vereisten van het Sociaal Plan werknemer toch als boventallig aan te merken. Het betreft hier geen ongeclausuleerde toezeggingen van daartoe bevoegde personen aan welke toezeggingen Athora op grond van het vertrouwensbeginsel of op grond van bijvoorbeeld goed werkgeverschap, gehouden kan worden. Nu Athora terecht werknemer niet als boventallig als bedoeld in het Sociaal Plan heeft aangemerkt, wordt de gevorderde verklaring voor recht afgewezen.