Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Sociaal Fonds Mobiliteit/Taxi Rudolph V.O.F.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 18 maart 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:1677
Hof ziet geen reden tot matiging van de tegen een taxibedrijf gevorderde forfaitaire schadevergoeding. Wegens het niet verstrekken van gegevens kan niet worden vastgesteld of de Cao Taxivervoer is nageleefd.

Feiten

Taxi Rudolph drijft een onderneming die onder de werkingssfeer van de Cao Zorgvervoer en Taxi (hierna: Cao Taxivervoer) en de Cao Sociaal Fonds Mobiliteit (hierna: Cao SFM) valt. Beide cao’s zijn in de hier relevante periode algemeen verbindend verklaard. Stichting Sociaal Fonds Mobiliteit (hierna: SFM) is een door werkgevers- en werknemersorganisaties opgerichte stichting die volgens een bijlage bij de Cao SFM (hierna: het controlereglement) onder meer als taak heeft om toe te zien op de correcte naleving van de Cao Taxivervoer en de Cao SFM. SFM heeft met een brief van 13 september 2022 een onderzoek aangekondigd naar de naleving van de Cao’s door Taxi Rudolph in de periode september 2021 tot en met augustus 2022 met het verzoek om de daarvoor benodigde controledocumenten binnen 14 dagen aan te leveren. SFM heeft dit verzoek herhaald met brieven van 3, 13 en 18 oktober 2022. In de laatste brief, die aangetekend is verzonden, is Taxi Rudolph gesommeerd onder gelijktijdige ingebrekestelling om de gevraagde controledocumenten alsnog binnen 14 dagen aan te leveren op straffe van verbeurte van een forfaitaire schadevergoeding overeenkomstig artikel 12 van het controlereglement. Met een e-mailbericht van 1 december 2022 heeft Taxi Rudolph onder meer aan SFM bericht dat zij sinds november 2021 geen personeel meer heeft. Met een e-mailbericht van 20 maart 2023 heeft de gemachtigde van SFM aan Taxi Rudolph meegedeeld dat zij vanwege het uitblijven van de controlestukken een forfaitaire vergoeding heeft verbeurd die tot 21 maart 2023 is opgelopen tot € 2.500. De gemachtigde van SFM heeft met een e-mailbericht van 21 april 2023 aan Taxi Rudolph geschreven: “Uit uw informatie blijkt dat u in de periode september tot november 2021 personeel in dienst had en aldus verplicht bent om medewerking te verlenen aan het verplicht gestelde cao onderzoek. Aangezien de administratie thans niet meer beschikbaar is, wordt SFM voor een voldongen feit geplaatst. SFM heeft de voorkeur voor een minnelijke oplossing en is bereid om de forfaitaire vergoeding tegen finale kwijting vast te stellen op € 750,- rekening houdend met de korte periode dat u werknemers in dienst heeft gehad”. Taxi Rudolph is niet op dit voorstel ingegaan. SFM heeft bij de kantonrechter onder meer gevorderd dat Taxi Rudolph hoofdelijk wordt veroordeeld tot betaling van € 2.500. De kantonrechter heeft na matiging de vordering van SFM toegewezen tot € 750, vermeerderd met wettelijke rente, en afgewezen wat meer was gevorderd. Taxi Rudolph is in de proceskosten veroordeeld. De bedoeling van het hoger beroep van SFM is dat haar vordering alsnog volledig wordt toegewezen.

Oordeel

SFM ontleent haar bevoegdheid voor het vorderen van een forfaitaire schadevergoeding aan wat in de artikelen 12 lid 1 en 13 van het controlereglement is verwoord. De forfaitaire schadevergoeding valt daarbij onder het bereik van de vorderingen als bedoeld in de artikelen 15 e.v. van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst en artikel 3 lid 4 van de Wet AVV die een vakvereniging kan instellen. De bepaling over de forfaitaire schadevergoeding betreft verder een door de cao-partijen overeengekomen en vervolgens algemeen verbindend verklaard beding. Dat beding is tot stand gekomen in onderhandelingen tussen vakvereniging en werkgeversorganisatie zodat moet worden aangenomen dat het ook in die zin een evenwicht weergeeft van de aan de orde zijnde belangen. Het is daarmee geen beding waarbij één partij de verschuldigdheid en de hoogte van de schadevergoeding bepaalt. In dit geval is SFM gestopt bij € 2.500 met het berekenen van een forfaitaire schadevergoeding, hoewel vaststaat dat Taxi Rudolph over de periode dat zij wel een werknemer in dienst had (1 september 2021 – 1 november 2021) ondanks diverse pogingen vanuit SFM geen gegevens aan SFM heeft verstrekt. Daarmee is onduidelijk gebleven of Taxi Rudolph ten opzichte van deze werknemer de cao’s heeft nageleefd. Daarmee blijft gegeven dat een forfaitaire schadevergoeding voldoende hoog moet zijn om het doel van prikkel tot nakoming te kunnen bereiken. Taxi Rudolph heeft verder geen (actuele) financiële gegevens over haar onderneming gepresenteerd op basis waarvan zou kunnen worden geconcludeerd dat een schadevergoeding met een omvang van € 2.500 in haar geval tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat zou leiden. De enkele, niet onderbouwde, stelling dat de boete hoog is in vergelijking met wat Taxi Rudolph iedere maand overhoudt, is daarvoor onvoldoende. In het licht van het voorgaande heeft Taxi Rudolph onvoldoende aangevoerd om tot matiging over te gaan. Het door SFM gevorderde bedrag kan daarom worden toegewezen. Het hoger beroep van SFM slaagt.