Naar boven ↑

Rechtspraak

Qbuzz B.V./ondernemingsraad en Federatie Nederlandse Vakbeweging
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 18 december 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:7299
Afwijzing verzoek vervangende toestemming op grond van artikel 27 lid 4 WOR voor een besluit tot invoering van roosters. De beslissing van de OR om de verzochte instemming te onthouden was niet onredelijk en er zijn geen zwaarwegende redenen voor het verlenen van vervangende toestemming.

Feiten

Qbuzz B.V. verzorgt het openbaar (bus)vervoer in drie concessiegebieden. Een van die gebieden is Utrecht Stad en Utrecht Streek. Qbuzz heeft een centrale ondernemingsraad (COR) en een ondernemingsraad per concessiegebied ingesteld. De OR vertegenwoordigt de medewerkers van Qbuzz in Utrecht Stad en Utrecht Streek. De concessie Utrecht Stad en Utrecht Streek is aan Qbuzz gegund van december 2013 tot december 2025. Vóór december 2013 verzorgde GVU (Gemeentelijk Vervoersbedrijf Utrecht) het stadsvervoer in Utrecht. Op de arbeidsovereenkomsten van de medewerkers van Qbuzz is de cao openbaar vervoer (hierna: de cao OV) van toepassing. De cao OV is een minimum-cao met standaardbepalingen. Bij de concessieovergang van GVU naar Qbuzz was op de chauffeurs van GVU in Utrecht Stad de cao GVU (met een looptijd van 1 juni 2011 tot 1 juni 2016) van toepassing. Qbuzz is met de vakbonden in overleg gegaan over de overgang van deze groep chauffeurs naar de cao OV. Dit heeft geleid tot afspraken tussen Qbuzz, FNV en CNV, die zijn vastgelegd in het Harmonisatieconvenant van 16 april 2016. Qbuzz maakt voor de buschauffeurs in Utrecht Stad twee roosters, één voor de OV-chauffeurs en één voor de Harmo-chauffeurs. Vanaf mei 2024 heeft er tussen Qbuzz en de OR een uitvoerig overlegtraject plaatsgevonden over de invoering van nieuwe roosters voor de chauffeurs in Utrecht Stad. In juli 2024 heeft er overleg plaatsgevonden tussen Qbuzz en de vakbonden over de interpretatie van het Harmonisatieconvenant en de cao OV ten aanzien van de arbeidstijd. Dit overleg heeft niet geleid tot een oplossing. Qbuzz heeft de OR op 8 augustus 2024 om instemming gevraagd voor de invoering van de nieuwe roosters voor de chauffeurs van Utrecht Stad met ingang van 26 augustus 2024 tot en met 14 december 2024. De OR heeft Qbuzz op 15 augustus 2024 laten weten geen instemming te verlenen omdat de roosters te veel diensten bevatten met een arbeidstijd langer dan 8.30 uur én omdat het diensten bevat die starten en eindigen buiten de gewoonlijke standplaats van de chauffeurs. In deze procedure verzoekt Qbuzz primair vervangende toestemming voor de (uitvoering van) roosters van Stad Utrecht per 26 augustus 2024, zoals aan de OR ter instemming voorgelegd. Voor het geval er geen vervangende toestemming wordt verleend en Qbuzz wordt opgedragen om ten aanzien van de Harmo-chauffeurs een dienstrooster in te voeren met inachtneming van artikel 19 lid 4 en bijlage 11 cao OV, verzoekt Qbuzz het Harmonisatieconvenant en het referentiesheet zo te wijzigen dat het Qbuzz wordt toegestaan dat zij uitgaat van een gemiddelde arbeidstijd van 8.00 uur, waarbij de 8 of 9 extra roostervrije dagen komen te vervallen, dan wel dat zij uitgaat van een gemiddelde arbeidstijd van maximaal 8.09 uur waarbij maximaal 4,5 extra roostervrije dagen worden toegekend. De OR en FNV voeren verweer tegen de verzoeken.

Oordeel

Op grond van artikel 27 lid 4 WOR geeft de kantonrechter aan de ondernemer slechts toestemming om het besluit, waarmee de ondernemingsraad niet heeft willen instemmen, te nemen, indien de beslissing van de ondernemingsraad om geen instemming te geven onredelijk is, of het voorgenomen besluit van de ondernemer gevergd wordt door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen. Een van de taken van de OR is om ervoor te zorgen dat de afspraken op het gebied van arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden goed worden nagekomen. Tussen partijen staat vast dat Qbuzz de Harmo-chauffeurs vanaf 2016 veelvuldig langer dan 8.30 uur per dienst inzet en dat zij daarbij geen maximum van het aantal diensten langer dan 8.30 uur hanteert. De kantonrechter stelt vast dat in het Harmonisatieconvenant geen afspraken zijn gemaakt over de maximale arbeidstijd per dienst en het maximumaantal overschrijdingen daarvan. De kantonrechter stelt ook vast dat uit de tekst van het convenant niet blijkt dat er een koppeling is gemaakt tussen de gemiddelde arbeidstijd, de maximale arbeidstijd en/of het maximumaantal overschrijdingen daarvan. Qbuzz heeft aangevoerd dat zij al vanaf 2016 op deze wijze roostert en dat de OR zich daar niet eerder tegen heeft verzet. Anders dan Qbuzz kennelijk bepleit, betekent dit niet dat de OR zich in redelijkheid niet meer kan beroepen op de in de cao OV vastgelegde maximale arbeidstijd per dienst en het maximumaantal overschrijdingen. In artikel 13 lid 1 van de cao OV is bepaald dat de werkgever bij indiensttreding een standplaats dient aan te wijzen. De standplaats is de “vaste plaats waar of van waaruit de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht”. In april 2024 heeft Qbuzz besloten te gaan werken met flexibele opkomstlocaties, als gevolg waarvan een deel van de in de roosters opgenomen diensten niet op de standplaats van de chauffeur begint, maar op een andere opkomstlocatie. De kantonrechter is met de OR en FNV van oordeel dat het invoeren van flexibele opkomstlocaties in strijd is met de cao OV. Dat de OR op enig moment zou hebben ingestemd met een structurele en verplichte flexibele opkomstlocatie is niet komen vast te staan. De kantonrechter is van oordeel dat het belang van Qbuzz, afgewogen tegen het door de OR verdedigde belang, onvoldoende zwaarwegend is om een afwijking van de cao OV te rechtvaardigen. Hoewel het juist is dat niet iedere schending van een cao het onthouden van instemming met het dienstrooster rechtvaardigt, zoals Qbuzz ter zitting heeft gesteld, gaat het in dit geval om afwijking van de cao OV op een zeer belangrijk punt, namelijk de arbeidstijd. Het verzoek van Qbuzz om vervangende toestemming wordt afgewezen. De verzoeken van FNV om voor recht te verklaren dat Qbuzz in strijd heeft gehandeld met de cao OV worden toegewezen. Het verzoek van FNV om te gelasten dat Qbuzz binnen vier weken een dienstrooster invoert dat voldoet aan de eisen die de cao daaraan stelt, is afgewezen. Qbuzz is bij het vaststellen van een rooster immers afhankelijk van de instemming van de OR. De aanspraak van FNV op een schadevergoeding op grond van artikel 15 en 16 Wet Cao wordt toegewezen.