Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Leeuwarden), 23 april 2021
ECLI:NL:RBNNE:2021:1774
Feiten
Werknemers A, B en C (hierna: werknemers) zijn als werknemer bij Clafis Engineering Noord B.V. (hierna: Clafis) werkzaam geweest. B is ingaande 1 september 2015 in dienst getreden als civil engineer, A per 1 januari 2018 als senior adviseur infrastructuur en C per 1 juni 2018 als civieltechnisch medewerker. In de arbeidsovereenkomsten zijn verschillende postcontractuele bedingen opgenomen. In december 2020 hebben werknemers aan Clafis te kennen gegeven dat zij Clafis wilden verlaten en dat zij voornemens waren om een eigen bedrijf te beginnen. Op 15 december 2020 hebben partijen afgesproken dat werknemers een voorstel zouden doen over mogelijke samenwerking in de toekomst. Op 24 januari 2021 hebben partijen overeenstemming bereikt over de beëindiging van de dienstverbanden en de voorwaarden waaronder dit zou plaatsvinden. Werknemers hebben hierna de arbeidsovereenkomst schriftelijk opgezegd met ingang van 1 maart 2021. B en C hebben dit bij brief en e-mail op 25 januari 2021 gedaan. Clafis heeft vervolgens klanten en overige werknemers geïnformeerd over het vertrek van werknemers Vanaf omstreeks 12 februari 2021 hebben werknemers diverse contactpersonen van relaties per e-mail op de hoogte gesteld van het aanstaande vertrek bij Clafis en de oprichting van Ingenieursbureau Fris B.V. (hierna: Fris). Tevens hebben werknemers omstreeks 12 februari 2021 op Facebook en/of LinkedIn de oprichting van Fris aangekondigd. Werknemers hebben in januari/februari 2021 bestanden vanuit de werkomgeving van Clafis naar eigen gegevensdragers gekopieerd, gedownload en/of gemaild. Clafis heeft werknemers op 17 februari 2021 rond 11:00 uur uitgenodigd voor een gesprek, die middag om 15:00 uur. Uiteindelijk heeft dit gesprek, mede doordat niet alle werknemers beschikbaar waren, niet meer plaatsgevonden. Clafis heeft die middag de mogelijkheid tot inloggen door werknemers in haar systeem geblokkeerd. Bij brief van 17 februari 2021 heeft de gemachtigde van Clafis werknemers bericht dat Clafis ermee is geconfronteerd dat werknemers op LinkedIn kenbaar hebben gemaakt een eigen ingenieursbureau te starten, klanten hebben benaderd die staan vermeld op de lijst van klanten waarvoor het relatiebeding geldt en collega's hebben benaderd om bij het nieuwe ingenieursbureau in dienst te treden, alsmede dat A vertrouwelijke bestanden heeft gedownload. Clafis kondigt verder onder meer aan dat zij overweegt om de overeenkomst van 24 januari 2021 gedeeltelijk te ontbinden. Clafis ontheft werknemers voorts van werkzaamheden en sommeert werknemers om aan Clafis toebehorende zaken die zij in hun bezit hebben de volgende dag in te leveren. Tevens kondigt Clafis nader onderzoek aan. Clafis heeft vervolgens aan het bureau E11EVEN B.V. (hierna: E11EVEN) opdracht gegeven tot het uitvoeren van een forensisch onderzoek. Bij brieven van 6 april 2021 aan werknemers heeft Clafis te kennen gegeven dat werknemers volgens haar het nevenwerkzaamheden- en documentenbeding hebben overtreden. Aan B en C geeft Clafis tevens te kennen dat zij de concurrentie- en relatiebedingen hebben overtreden. Clafis stelt werknemers aansprakelijk en maakt jegens B en C aanspraak op verbeurde boetes. Clafis ontbindt gedeeltelijk de overeenkomst van 24 januari 2021 met B en C voor wat betreft de vrijstelling van het concurrentiebeding en de limitering van het relatiebeding. Werknemers vorderen onder meer achterstallig loon over de maand februari. Clafis beroept zich daartoe op verrekening van hetgeen zij van werknemers tegoed stelt te hebben vanwege verbeurde boetes en schadevergoeding. Ten aanzien van B en C beroept Clafis zich erop dat beide werknemers het relatie- en concurrentiebeding hebben overtreden en dat zij op grond daarvan de in hun arbeidsovereenkomsten genoemde boetes verschuldigd zijn geworden.
Oordeel
Concurrentiebeding en relatiebeding
Nu de overeenkomst van 24 januari 2021, behoudens de zinsnede over ‘geen negatieve uitlatingen’, geen enkele invulling geeft aan de wijze waarop door werknemers met de communicatie diende te worden omgegaan en Clafis zelf kennelijk ook niet met werknemers heeft overlegd over, of zelfs maar op voorhand met werknemers heeft gedeeld, de wijze en het moment waarop zij klanten en relaties ging informeren, stond het werknemers vrij om daar, uiteraard binnen de grenzen van het betamelijke, op eigen wijze invulling aan te geven. Daargelaten of in de gegeven omstandigheden het verzenden van deze e-mails in een lay-out van Fris en met een uitnodiging tot toekomstige samenwerking nu zo gepast was, is de kantonrechter vooralsnog van oordeel dat C en B hiermee niet het relatiebeding en concurrentiebeding hebben overtreden. Daartoe geldt voor wat betreft het concurrentiebeding dat het versturen van de e-mails met de wervende tekst geen handeling is zoals omschreven in het concurrentiebeding van de arbeidsovereenkomst, omdat die bepaling betrekking heeft op, kortgezegd, het verrichten van (betaalde of onbetaalde) diensten voor een concurrent van Clavis. Een algemene uitnodigende tekst zoals die in de e-mails staat, kan daaronder niet worden begrepen. Van het bewegen van andere werknemers om Clafis te verlaten en bij Fris in dienst te treden is verder ook niet gebleken. Het voorgaande geldt op vergelijkbare wijze met betrekking tot het relatiebeding.
Nevenwerkzaamheden en documenten downloaden
De kantonrechter is van oordeel dat het vooralsnog onvoldoende aannemelijk is dat werknemers nevenwerkzaamheden hebben verricht in strijd met de in de arbeidsovereenkomsten bedoelde werkzaamheden. Clafis heeft met het door haar aangevoerde, mede onderbouwd door de rapportage van E11EVEN, vooralsnog voldoende aannemelijk gemaakt dat werknemers een aanzienlijk aantal bestanden van Clafis hebben gedownload of gekopieerd en overgeheveld naar eigen gegevensdragers. Maar ook dit geeft thans geen grondslag voor een verrekening, zoals door Clafis is aangevoerd. Daartoe is redengevend dat nog onvoldoende vaststaat dat werknemers in verband hiermee schadeplichtig zijn jegens Clafis. Nadat Clafis kennelijk op 16 februari 2021 kennis had gekregen van het downloaden heeft zij werknemers voor een gesprek op 17 februari 2021 uitgenodigd, overigens zonder het doel van dit gesprek op voorhand kenbaar te maken. Nadat dit gesprek niet is doorgegaan heeft Clafis geen enkele poging meer ondernomen om hierover met werknemers in gesprek te gaan. Ook nadien is hierover, ondanks uitdrukkelijk verzoek/uitnodiging daartoe van de advocaat van werknemers, geen enkel gesprek geweest tussen partijen. Naar het oordeel van de kantonrechter had het alleen al om redenen van schadebeperking op de weg van Clavis gelegen om dit nadere gesprek eerst wel aan te gaan, temeer nu werknemers bij herhaling hebben aangegeven dat zij geen concurrerende intenties hadden en bereid waren (en zijn) om alles in te leveren en/of te vernietigen. Aan het voorgaande kan verder nog worden toegevoegd dat het boetebeding van de arbeidsovereenkomst van B en C niet van toepassing is op het documentenbeding. Ook hierin is derhalve geen grond voor verrekening gelegen.