Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 22 april 2020
ECLI:NL:RBOVE:2020:1764
Feiten
Werknemer is op 1 januari 2018 in dienst getreden van Cyklop Nederland B.V. (hierna: Cyclop) als Chief Financial Officer (CFO). Daarmee verdient werknemer € 13.500 bruto per maand en een toeslag van € 767,41. In september 2019 heeft in Milaan een bijeenkomst plaatsgevonden, waarbij aanwezig waren de CEO van Cyklop A, werknemer en leden van de Steering Committee (een soort raad van toezicht). Leden van de Steering Committee waren ontevreden over het optreden van werknemer en hebben bij Cyklop aangedrongen op zijn vertrek. Op 21 januari 2020 hebben B (bestuurder van Cyklop) en A werknemer geïnformeerd over de beslissing een andere CFO aan te stellen. Dat is op 23 januari 2020 binnen geheel Cyklop gecommuniceerd. Begin maart is een medewerker uit de Duitse tak van de Cyklop-organisatie begonnen als CFO. Op 6 april 2020 heeft Cyklop een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter dat strekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen haar werknemer. Werknemer ontvangt nog steeds salaris, maar hij is als CFO op non-actief gesteld. Voor die schorsing heeft Cyklop geen goede reden volgens werknemer. Daarom wil werknemer onder meer dat de kantonrechter Cyklop veroordeelt om hem binnen 24 uur na betekening van dit vonnis weer toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden.
Oordeel
Aan werknemer kan worden toegegeven dat uit de stukken vooralsnog niet (voldoende) duidelijk kan blijken dat de onvrede binnen Cyklop met het functioneren van werknemer als CFO met hem is gedeeld. Evenmin kan voldoende blijken dat er verbetertrajecten/-mogelijkheden zijn besproken en dat werknemer in het vooruitzicht is gesteld dat bij het uitblijven van verbetering de beëindiging van het dienstverband zou worden nagestreefd. Daar staat tegenover dat werknemer een toppositie bekleedt in een groot, internationaal opererende organisatie, met naast hem nog (slechts) de CEO, A. Cyklop bestempelt de verhouding tussen CFO en CEO als twee kapiteins op één schip. Dat is waar Cyklop ook behoefte aan zegt te hebben, zeker in de huidige ‘uitdagende’ marktomstandigheden. Het is dus van groot belang dat de CEO en CFO op voet van goede verstandhouding met elkaar kunnen samenwerken. A heeft echter te kennen gegeven die samenwerking niet langer te zien zitten. Hij heeft zich in zijn verklaring van 3 april 2020 over een mogelijke terugkeer van werknemer uitgelaten. Werknemer heeft niets naar voren gebracht waaraan het vertrouwen kan worden ontleend dat de samenwerking met de CEO zonder verdere interventie zou kunnen worden voortgezet. Uit de verklaring van leden van de Steering Committee van 30 maart 2020 kan bovendien blijken dat ook onder hen geen draagvlak bestaat voor de terugkeer van werknemer als CFO. Ook financieel managers C en D (van Cyklop Nederland, Groot-Brittannië, Oostenrijk en van Zweden, Denemarken en Finland) laten weten: ‘The possibility of him (werknemer) coming back is very alarming. Since he would not listen to us for two years, we have no faith in his comeback at all. Especially in the current situation, which is financially and organizationally very challenging, we cannot deal with someone who is “jamming” all the time’. Gelet op voorgaande valt te voorzien dat tewerkstelling van werknemer tot een onwerkbare situatie zal leiden wegens het ontbreken van draagvlak bij Cyklop c.q. bij A. Het gegeven dat werknemer voor deze consequenties niet zou zijn gewaarschuwd, voor zover al juist en voor zover dat van Cyklop mocht worden verlangd gelet op de toppositie die werknemer bekleedt, legt daarbij onvoldoende gewicht in de schaal. Al met al heeft Cyklop de redelijke en voldoende zwaarwegende grond voor het op non-actief stellen van werknemer als haar CFO in dit geval naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt. Voorts is van belang dat Cyklop een verzoekschriftprocedure aanhangig heeft gemaakt, waarin zij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht. De beslissing die de kantonrechter in die procedure geeft, heeft ook betekenis voor de door werknemer gevraagde tewerkstelling.