Naar boven ↑

Rechtspraak

Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, in het bijzonder het onderdeel daarvan Brandweer Amsterdam-Amstelland/Ondernemingsraad Brandweer Amsterdam-Amstelland
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 18 oktober 2019
ECLI:NL:RBAMS:2019:7770

Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, in het bijzonder het onderdeel daarvan Brandweer Amsterdam-Amstelland/Ondernemingsraad Brandweer Amsterdam-Amstelland

Vervangende toestemming voor wijziging jaarroostersysteem naar kwartaalroostersysteem brandweer.

Feiten

De organisatie van Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft 1000 FTE aan formatieplaatsen, waarvan ongeveer 480 FTE is belast met beroepsmatige repressieve brandweertaken in de Operationele Dienst (hierna: OD). Daarnaast zijn er 250 FTE vrijwilligers. De resterende formatieplaatsen worden ingevuld door staf en ondersteunende afdelingen. De beroepsmedewerkers in de OD werken vanuit twaalf kazernes, volgens een dienstplanning gebaseerd op aanwezigheidsdiensten van 24 uur. Het dienstrooster wordt één keer per jaar vastgesteld voor het daaropvolgende jaar. De overige zes kazernes worden bemand voor vrijwilligers, op basis van oproep. Op 25 oktober 2011 is een 'Transitieovereenkomst Brandweer Amsterdam – Amstelland op koers' gesloten, waarin de verandering van werk is overeengekomen. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft op 11 maart 2019 bij de ondernemingsraad een instemmingsverzoek ingediend voor een aantal nieuwe uitgangspunten voor het rooster in 2020. Het instemmingsverzoek houdt onder meer in dat roosters vier keer per jaar worden opgeleverd met een uitvoeringsperiode van drie maanden. De OR heeft de instemming niet verleend.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Vervangende toestemming voor wijziging jaarroostersysteem naar kwartaalroostersysteem

De belangrijkste wijziging in het voorstel voor de uitgangspunten van het jaarrooster betreft de invoering van een kwartaalrooster. Het argument van de ondernemingsraad dat medewerkers in een jaarrooster ruim van tevoren weten wanneer zij beschikbaar moeten zijn voor hun dienst en hun privéleven daarop kunnen inrichten is legitiem en belangrijk. Daarom zal in de eerste plaats moeten worden gewogen of de belangen die de Brandweer Amsterdam-Amstelland hiertegenover zet zwaarder dienen te wegen. Daarbij dient ook acht te worden geslagen op het argument van de ondernemingsraad dat de gewenste flexibiliteit kan worden bereikt binnen het huidige jaarrooster. Volgens de ondernemingsraad heeft Brandweer Amsterdam-Amstelland onvoldoende toegelicht waarom de flexibiliteit niet kan worden gerealiseerd binnen het jaarrooster. In het rooster van 2018 zijn 52.386 diensten ingeroosterd en daarbinnen hebben, veelal door middel van ruiling, 30.682 mutaties plaatsgevonden. Dat is meer dan de helft. Volgens de ondernemingsraad blijkt daaruit dat dit rooster voldoende flexibiliteit biedt om veranderingen door het jaar heen op te vangen. Daarbij berust de regie echter bij de medewerkers en ontstaan tussen hen afhankelijke relaties. Feitelijk wordt er binnen een jaarrooster een apart rooster gevormd en gedraaid. Brandweer Amsterdam-Amstelland vindt dit ongewenst. Zij heeft er in dit verband onbetwist op gewezen dat bepaalde medewerkers bijvoorbeeld nog diensten tegoed hadden van collega’s die al uit dienst waren getreden. Afhankelijkheid van elkaar is een gegeven als onderling van dienst wordt geruild en niet alle medewerkers zullen hun diensten even gemakkelijk kunnen ruilen. Dat leidt tot onderscheid en ook dat is niet wenselijk, aldus Brandweer Amsterdam-Amstelland. Dat Brandweer Amsterdam-Amstelland dat wil terugdringen en ruiling gelet op de omvang daarvan wil beperken is tegen de achtergrond van voormelde toelichting naar het oordeel van de kantonrechter begrijpelijk en legt daarom in het kader van de belangenafweging een zwaar gewicht in de schaal.Het is weliswaar mogelijk voor Brandweer Amsterdam-Amstelland om in het huidige systeem zonder extra kosten wijzigingen door te voeren uiterlijk één maand voor de dienst, maar zij heeft aangevoerd daar liever geen gebruik van te maken omdat dit juist nadelig kan uitpakken voor de medewerkers en op verzet zal stuiten als dit instrument (vaak) wordt ingezet. Gezien de argumentatie van de ondernemingsraad en de belangen die hij schetst, acht de kantonrechter dat inderdaad niet ondenkbaar. Bovendien leidt dat instrument ertoe dat medewerkers juist niet weten waar zij aan toe zijn, omdat mutaties nog op het laatste moment kunnen worden doorgevoerd. De ondernemer heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat met een kwartaalrooster beter kan worden ingespeeld op de actualiteit en dat dat de organisatie flexibeler maakt. Er zijn van de kant van de ondernemingsraad geen (andere) argumenten aangedragen dat de flexibiliteit met een jaarrooster kan worden bewerkstelligd. De ondernemingsraad heeft nog betoogd dat als met een vakantiejaarrooster wordt gewerkt, naast de kwartaalroosters ook een jaarrooster moet worden gemaakt. Dit is volgens de ondernemingsraad ook noodzakelijk om te bezien of de ATW/ATB wordt gerespecteerd. Volgens de ondernemingsraad moet dat binnen een doorlooptijd van 26 weken worden getoetst en daarom kan het niet anders dan dat daarvoor naast een kwartaalrooster ook met een jaarrooster wordt gewerkt. Anders kan het rooster een probleem opleveren in latere kwartalen, volgens de ondernemingsraad. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft ter zitting betoogd dat een schaduwrooster niet nodig is, omdat de planner de beschikking heeft over een softwarepakket dat rekening houdt met de ATW en de ATB en dat het systeem controleert of dat wat de planner wenst, ook in verband met de regelgeving mogelijk is. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat roosteren per kwartaal in verband met de bepalingen van de ATW/ATB niet mogelijk zou zijn. Het is uiteraard aan Brandweer Amsterdam-Amstelland om de ATW en ATB te respecteren en ervoor zorg te dragen dat het rooster zodanig wordt vormgegeven dat er voldoende capaciteit is in alle kwartalen van het jaar. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat de beslissing van de ondernemingsraad om instemming te onthouden niet redelijk is en dat vervangende toestemming zal worden verleend.

NB Er is ook beslist op vakantieroostering en niet-representatieve urenregistratie. Op het laatste punt mocht de ondernemingsraad zijn instemming onthouden, aldus de kantonrechter.