Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs Hasselt
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 31 maart 2017
ECLI:NL:RBOVE:2017:1709

werkneemster/Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs Hasselt

Afwijzing vordering wedertewerkstelling groepsleerkracht. Werkgever heeft na conflicten met schoolleiding geen vertrouwen meer in vruchtbare samenwerking met werkneemster en arbeidsovereenkomst wordt ontbonden.  

Feiten

Werkneemster is sinds 1996 bij VPCO in dienst als groepsleerkracht. VPCO is een vereniging die primair onderwijs aanbiedt op vier verschillende schoollocaties in (de omgeving van) Hasselt. Algemeen bovenschools directeur van de vier scholen is de heer A. Werkneemster is tot op heden voornamelijk werkzaam geweest in de onderbouw van de CBS Prins Willem Alexander (hierna: de school). Met een bezoek aan de school heeft de schoolinspecteur op 19 november 2015 de uitslag van het rapport van de inspectie aan de leerkrachten van de school meegedeeld. In verband daarmee was ook de heer A die dag op de school aanwezig. Tussen werkneemster en A heeft die dag een gesprek plaatsgevonden, dat zij als intimiderend heeft ervaren. Tussen partijen is een conflictsituatie ontstaan. VPCO heeft een ontbindingsverzoek ingediend. Werkneemster verzoekt wedertewerkstelling. Werkneemster stelt dat zij op 9 mei 2016 is vrijgesteld van werkzaamheden in verband met een geschil met VPCO. Vele gesprekken, briefwisselingen en mediation hebben nog niet geleid tot wedertewerkstelling. Volgens werkneemster heeft zij geen problemen met haar directe collega’s en is er wat dat betreft geen sprake van een onwerkbare situatie.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter gaat werkneemster er in haar benadering te lichtvaardig aan voorbij dat haar werkgever VPCO heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, juist omdat VPCO geen vertrouwen meer heeft in een vruchtbare samenwerking met werkneemster. Het mag zo zijn dat vertegenwoordigers van het bestuur van VPCO niet dagelijks op de schoollocatie aanwezig zijn, maar dat neemt niet weg dat het bestuur in belangrijke mate het (onderwijskundige) beleid van de school bepaalt. Juist bij de uitvoering daarvan staat het geschil tussen werkneemster en het bestuur dan wel de directeur-bestuurder in de weg. Voorts wordt bij beschikking van heden op het verzoek van VPCO beslist dat de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden nu daar een voldragen grond voor is (zie AR 2017-0483). Er bestaat daarom geen aanleiding om werkneemster op dit moment nog toe te laten tot haar werkzaamheden op de Prins Willem Alexander school. De vordering van werkneemster tot wedertewerkstelling wordt afgewezen.