Rechtspraak
Service2Fruit Nederland B.V./werknemerRechtbank Gelderland, 22 februari 2015
Service2Fruit Nederland B.V./werknemer
Werknemer is op 11 oktober in dienst getreden van S2F in de functie van algemeen directeur. Daarnaast was hij statutair bestuurder van S2F. Blijkens de (concept)notulen van de AVA van 6 november 2014 is zowel het voorstel tot bevestiging/bekrachtiging van de schorsing als het voorstel tot ontslag als statutair bestuurder aangenomen. S2F verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een vertrouwensbreuk zonder toekenning van een vergoeding. Volgens S2F is de verstoorde arbeidsrelatie geheel en al toe te rekenen aan werknemer omdat hij niet zou hebben gehandeld als goed bestuurder. Ondanks de allesbehalve stabiele financiële situatie van de onderneming ontbrak het werknemer aan inzet en een heldere toekomstvisie. Draagvlak voor de door hem geopperde plannen ontbrak. Werknemer probeerde zijn eigen belangen veilig te stellen en zichzelf, ten koste van de onderneming, te verrijken.
De rechtbank oordeelt als volgt. Nu een vruchtbare samenwerking niet meer mogelijk is, wordt de arbeidsovereenkomst ontbonden. Vanaf een bepaald moment rijst bij S2F de vrees dat werknemer aanstuurt op haar faillissement om vervolgens een doorstart te kunnen maken. Weliswaar is op zichzelf niet onbegrijpelijk dat de (indirecte) aandeelhouders van S2F schrikken van de door werknemer in zijn mail van 5 oktober 2014 geopperde mogelijkheid dat S2F geliquideerd moet worden, maar opzet van werknemer daarop is onvoldoende aannemelijk geworden. De transcriptie van het op 8 oktober 2014 gevoerde gesprek is daarvoor onvoldoende. Daarin komt een faillissement (slechts) als een van de mogelijke scenario’s aan de orde. Dat het aan werknemers wanbeleid te wijten is dat de onderneming in een dergelijke penibele financiële situatie is komen te verkeren, is door S2F onvoldoende onderbouwd. Tussen partijen is niet in geschil dat werknemer zichzelf een bedrag van € 11.500 aan niet-genoten vakantiedagen heeft laten uitbetalen. Aangenomen dat werknemer niet meer aan vakantiedagen heeft laten uitbetalen dan waarop hij nog recht had – het tegendeel is gesteld noch gebleken – geldt dat van verrijking geen sprake kan zijn. Ook het betoog van S2F dat werknemer omzet van S2F buiten de onderneming heeft gehouden faalt, omdat het gaat om omzet uit een ander, van S2F losstaand, internetplatform. Ten aanzien van de schorsing wordt overwogen dat de vrees dat werknemer het faillissement zou aanvragen de schorsing niet rechtvaardigt. Eerst tijdens de AVA op 6 november 2014 is werknemer geconfronteerd met de verwijten die bepaald niet alleen zien op het hem reeds bekende verschil van inzicht, maar ook op gestelde malversaties. Nu gesteld noch gebleken is dat werknemer hierop al eerder was aangesproken, valt niet in te zien hoe hij hierop deugdelijk kon reageren. Door werknemer met deze, in deze procedure niet aannemelijk geworden, verwijten te overvallen, heeft S2F niet als een goed werkgever gehandeld. Mede in aanmerking genomen de duur van het dienstverband, de leeftijd van werknemer en alle verdere omstandigheden (waaronder het feit dat werknemer arbeidsongeschikt is door ziekte), acht de rechtbank een vergoeding van € 66.000 (ongeveer C=1,5) billijk.