Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/bestuurders van werkgever in persoon, Gratiszon BV
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 28 mei 2013
ECLI:NL:GHSHE:2013:2900

werknemer/bestuurders van werkgever in persoon, Gratiszon BV

Bestuurders materiƫle werkgever aansprakelijk voor letsel uitzendkracht? De strekking van artikel 7:658 lid 4 BW is om de kring van personen die aanspraak kunnen maken op schadevergoeding uit te breiden, niet om de kring van aansprakelijke (rechts)personen uit te breiden

Werknemer is 23 september 2008 tijdens het plaatsen van zonnepanelen door een dak gezakt en gevallen, waardoor hij ernstig letstel heeft opgelopen. Werknemer was ten tijde van het ongeval via uitzendbureau Olympia uitgeleend aan X B.V., als monteur, op basis van een uitzendovereenkomst. X B.V. stelde personeel, waaronder werknemer, ter beschikking van Gratiszon. X BV is inmiddels failliet. Thans stelt werknemer de bestuurders van Gratiszon aansprakelijk (in persoon).

Het hof oordeelt als volgt. Naar het oordeel van het hof brengt het feit dat bestuurder 2 feitelijk leiding gaf (hij betwist dit weliswaar) nog geenszins mee dat bestuurder 2 heeft gehandeld in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als bedoeld in artikel 7:658 lid 4 BW. De door bestuurder 2 gegeven instructies zijn kennelijk gegeven in zijn hoedanigheid van indirect directeur van Gratiszon, namelijk via Y Beheer en Y Holding. Bestuurder 2 handelde aldus als werknemer. Het is rechtens dan ook niet bestuurder 2 die werknemer arbeid heeft laten verrichten, maar X B.V., Gratiszon of Y Beheer. De strekking van artikel 7:658 lid 4 BW is aldus om de kring van personen die aanspraak kunnen maken op schadevergoeding uit te breiden, niet om de kring van aansprakelijke (rechts)personen uit te breiden, in het bijzonder niet uit te breiden met een persoonlijke aansprakelijkheid van degene die werknemer instrueerde met betrekking tot de werkzaamheden die tot het arbeidsongeval hebben geleid en daarbij aanwezig was.

Het beroep van mede-aansprakelijkheid van de holding op grond van artikel 2:11 BW of doorbreking van rechtspersoonlijkheid falen.