Naar boven ↑

Rechtspraak

Duitsland/Dittrich c.s.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 6 december 2012

Duitsland/Dittrich c.s.

Vergoeding ziektekosten van gezinsleden overheidsambtenaren vormt beloning in de zin van artikel 157 VWEU. Niet toekennen toelage aan levenspartner (niet-zijnde echtgenoot) is in strijd met Richtlijn 2000/78

Dittrich c.s. hebben voor hun levenspartners een aanvullende toelage verzocht in geval van ziekte/pensioen. Deze uitkeringen zijn geweigerd. De verwijzende rechter overweegt dat ingeval de betrokken toelage binnen de werkingssfeer van Richtlijn 2000/78 zou vallen, Dittrich c.s. recht zouden hebben op de gevorderde toelage. Krachtens die richtlijn is gelijke behandeling van ambtenaren met een levenspartner en ambtenaren met een echtgenoot geboden omdat wat de gevraagde prestatie betreft, te weten de bij ziekte aan ambtenaren betaalde toelage, de situatie van levenspartners en die van gehuwde echtgenoten vergelijkbaar is. De verwijzende rechter brengt niettemin twijfel tot uiting over de vraag of de betrokken toelage moet worden gezien als een onderdeel van de beloning in de zin van artikel 157 VWEU, die dan onder Richtlijn 2000/78 valt, dan wel als een prestatie van het algemene wettelijke stelsel van sociale zekerheid of van sociale bescherming, of als een daarmee gelijkgestelde prestatie, die van de werkingssfeer van deze richtlijn zou zijn uitgesloten. In dit verband beklemtoont de verwijzende rechter dat de door het Hof geformuleerde criteria voor een pensioenregeling – teneinde uit hoofde van een bedrijfsstelsel uitgekeerde pensioenen te onderscheiden van de door een wettelijk socialezekerheidsstelsel uitgekeerde prestaties – niet volledig zijn vervuld wat de betrokken toelage betreft. Hij meent voorts dat deze criteria niet geschikt zijn in het kader van stelsels van bescherming bij ziekte.

Het Hof van Justitie EU oordeelt als volgt. Wat in de eerste plaats het materiële bestanddeel van de beloning betreft, blijkt uit de rechtspraak van het Hof dat het begrip ‘beloning’ in de zin van artikel 157 VWEU ruim moet worden uitgelegd. Het omvat met name alle huidige of toekomstige voordelen in geld of in natura, mits deze, zij het ook indirect, door de werkgever aan de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking worden toegekend, ongeacht of dit op basis van een arbeidsovereenkomst, uit hoofde van wettelijke bepalingen dan wel vrijwillig gebeurt (zie arresten van 4 juni 1992, Bötel, C-360/90, Jurispr. blz. I-3589, punt 12, en 9 februari 1999, Seymour-Smith en Perez, C-167/97, Jurispr. blz. I-623, punt 29). Een geldelijke prestatie, zoals de aan de Duitse federale ambtenaren in geval van ziekte betaalde toelage, krachtens welke 50 tot 80% van de in aanmerking komende gezondheidskosten van de ambtenaar of van bepaalde gezinsleden worden vergoed, valt dus materieel gezien onder het begrip ‘beloning’ in de zin van artikel 157 VWEU. In de tweede plaats moet worden onderzocht of de betrokken toelage aan de ambtenaar wordt betaald uit hoofde van zijn dienstbetrekking. Blijkens vaste rechtspraak kan immers voor de beoordeling of een prestatie binnen de werkingssfeer van artikel 157 VWEU valt, enkel het criterium dat is ontleend aan de vaststelling dat de prestatie aan de werknemer wordt betaald op grond van zijn arbeidsverhouding, beslissend zijn, temeer omdat dit het enige aan de bewoordingen van deze bepaling ontleende criterium is (zie met betrekking tot het ouderdomspensioen arrest Maruko punt 46 en aldaar aangehaalde rechtspraak). In de derde plaats blijkt uit de bewoordingen van artikel 157 VWEU dat een door de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking ontvangen prestatie slechts een ‘beloning’ in de zin van deze bepaling vormt, indien zij door de werkgever zelf wordt betaald. Ook hieraan is voldaan nu blijkt dat de Duitse Staat deze kosten vergoedt uit hoofde van personeelskosten en niet uit een begroting van sociale zekerheid.

  • Onderwerpen: Overige en Overige
  • Trefwoorden: gelijke behandeling, gelijk loon, sociale zekerheid of beloning, causaal verband dienstbetrekking en door werkgever betaald