Naar boven ↑

Rechtspraak

i3 Groep/werknemers
Gerechtshof Amsterdam, 8 november 2011
ECLI:NL:GHAMS:2011:BU4989

i3 Groep/werknemers

Overgang van onderneming na aandelentransactie wegens feitelijke uitvoering en volledige integratie werkzaamheden. Werknemers mochten voorts op grond van artikel 3:35 BW erop vertrouwen dat zij een arbeidsovereenkomst hadden met de verkrijger, door diens gedragingen. Klarenberg-, Suzen- en Spijker-arresten

Werknemers zijn in de jaren 1999 tot 2003 in dienst getreden van ITAA, een vennootschap met twaalf werknemers, die blijkens het handelsregister als bedrijfsomschrijving voerde: 'Het wederverkopen van hard- en software oplossingen en het implementeren van bedoelde oplossingen in de meest ruime zin.' ITAA was door IBM aangemerkt als 'IBM Premier Business Partner'. Deze certificering leidde tot naamsbekendheid, leverde inkoopvoordelen op en bood ITAA de mogelijkheid bepaalde IBM-producten exclusief te verkopen. Begin 2010 is ITAA over een mogelijke overname in onderhandeling getreden met i3 Groep, die evenals ITAA in de ICT-branche opereerde en als IBM Business Partner was aangemerkt. Deze onderhandelingen hebben met ingang van 31 mei 2010 geresulteerd in een overname van 100% van de aandelen in ITAA door zSolutions B.V. Bij persbericht van mei 2010, brief van mei 2010 en brief van 2 juni 2010 hebben ITAA en i3 Groep respectievelijk de buitenwereld, hun relaties en hun werknemers van deze aandelenovername op de hoogte gesteld. De werkwijze van ITAA is in de daaropvolgende periode op die van i3 Groep afgestemd. In de loop van 2010 is de omzet van ITAA teruggelopen, waarna ITAA op 8 februari 2011 failliet is verklaard. Bij brieven van 14 februari 2011 heeft de benoemde curator de arbeidsovereenkomsten tussen ITAA en werknemers opgezegd. In deze procedure stellen werknemers dat deze opzegging geen effect sorteert, omdat zij op de voet van artikel 7:663 BW bij een van de tot de i3 Groep behorende vennootschappen in dienst zijn.

Het hof oordeelt als volgt. Allereerst volgt uit alle berichtgeving – zowel intern als extern – dat i3 Groep ITAA heeft overgenomen. Na de overname van de aandelen, zijn de werknemers van ITAA ook alle werkzaamheden van i3 Groep gaan verrichten. De werkwijze van ITAA is na de aandelenovername op 31 mei 2010 vrijwel onmiddellijk geïntegreerd in die van i3 Groep. De ITAA-werknemers hebben de instructie gekregen om de werkwijze van i3 Groep te volgen, zijn de vanuit i3 Groep verstrekte business cards, e-mailadressen en e-mailsignatuur gaan gebruiken en zijn onder leidinggevenden van de i3 Groep komen te vallen. X, algemeen directeur van ITAA, is op 31 december 2010 officieel uit dienst getreden. Met ingang van 7 januari 2011 zijn de IBM-certificaten van het ITAA-personeel overgezet naar i3 Groep. Als gevolg hiervan was het personeel met ingang van die datum slechts in staat eventuele werkzaamheden uit naam van i3 Groep te verrichten. De aandelenovername van 31 mei 2010 heeft consequenties voor de klantenkring van ITAA gehad. Officieel zijn er geen klanten van ITAA aan i3 Groep overgedragen. Feitelijk heeft de klantenkring gevolgen van de overname ondervonden. De werknemers van i3 Groep zijn ingezet om werkzaamheden voor de ITAA-klanten te verrichten. De algemene voorwaarden van ITAA zijn met ingang van 1 juni 2010 vervangen door de algemene voorwaarden van i3 Groep. Naar het oordeel van het hof is de overname van aandelen verder gegaan, zodat sprake is van een overgang van onderneming. Onder verwijzing naar het Klarenberg-arrest, acht het hof het niet aannemelijk dat de identiteit middels integratie verloren is gegaan.

Zelfs indien geen sprake zou zijn van overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW, acht het hof de vorderingen van werknemers toewijsbaar op grond van artikel 3:35 BW. Vast staat dat i3 Groep meermalen tegenover verschillende partijen schriftelijk te kennen heeft gegeven dat zij na de aandelentransactie op 31 mei 2010 alle werknemers van ITAA zou overnemen. Op 22 december 2010 heeft i3 Groep werknemers een 'Harmonisatiedocument' voor hun arbeidsvoorwaarden aangeboden en een arbeidsovereenkomst in het vooruitzicht gesteld. Vervolgens heeft i3 Groep de werkwijze van ITAA in die van i3 Groep geïntegreerd. Werknemers zijn daarbij werkzaamheden voor i3 Groep gaan verrichten. Uit al deze omstandigheden mochten werknemers het gerechtvaardigd vertrouwen afleiden dat zij een arbeidsovereenkomst hadden met de i3 Groep. Het beroep van i3 Groep op dwaling faalt, wegens strijdigheid met het gesloten stelsel van het ontslagrecht.