Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Amsterdam, 2 september 2011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU3655

werknemer/werkgever

Termijn beroep op vernietiging van de opzegging wegens strijd met een opzegverbod loopt vanaf de dag waarop de opzegging heeft plaatsgevonden

Werknemer is sinds 2004 in dienst in de functie van assistent-bedrijfsleider. Op 23 februari 2009 heeft werknemer zich ziek gemeld. Na verkregen toestemming van UWV WERKbedrijf is de arbeidsovereenkomst op 26 augustus 2009 wegens bedrijfseconomische redenen per 1 oktober 2009 opgezegd. Op 27 november 2009 heeft werknemer een beroep gedaan op de vernietigbaarheid van de opzegging, omdat er op grond van artikel 7:670 BW tijdens de eerste twee jaren van arbeidsongeschiktheid een opzegverbod geldt. In geschil is of werknemer zich tijdig op de vernietigbaarheid heeft beroepen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgever heeft terecht aangevoerd dat de in artikel 7:677 lid 5 BW genoemde termijn van twee maanden begint te lopen op de dag waarop de opzegging heeft plaatsgevonden, in dit geval op 26 augustus 2009. Het betoog van werknemer dat de termijn aanvangt op de dag waartegen is opgezegd, is onjuist. Weliswaar vangt de termijn om beroep te doen op een kennelijk onredelijk ontslag aan op de dag waartegen is opgezegd, doch zulks vloeit voort uit de – ten opzichte van artikel 7:677 lid 5 BW andersluidende – tekst van artikel 7:683 lid 1 BW. Artikel 7:683 lid 2 BW ziet op de termijn om een vordering op grond van een vernietigde opzegging in te roepen. Er zijn geen valide redenen artikel 7:677 lid 5 BW anders uit te leggen dan overeenkomstig de wettekst, namelijk dat genoemde termijn begint te lopen 'na de opzegging', zijnde in dit geval 26 augustus 2009. Volgt afwijzing van de vordering.