Naar boven ↑

Rechtspraak

Rabobank/werknemer
Rechtbank Rotterdam, 7 september 2010
ECLI:NL:RBDOR:2010:BN9749

Rabobank/werknemer

Afwijzing ontbindingsverzoek wegens reflexwerking opzegverbod ziekte. Werkgever dient proceskosten werknemer te vergoeden wegens schending re-integratieverplichtingen

Werknemer (37 jaar) is in 1997 in dienst getreden van de Rabobank in de functie van beleggingsspecialist. Werknemer heeft steeds positieve beoordelingen gehad. Vanaf september 2009 is werknemer arbeidsongeschikt wegens een depressie. Tijdens een gesprek met de bedrijfsarts stelt Rabobank zich op het standpunt dat re-integratie in de functie van beleggingsspecialist geen optie is. Werknemer en de arboarts zien geen medische belemmeringen tot re-integratie in deze functie. Thans verzoekt Rabobank ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een vergoeding van € 19.000. Volgens de Rabobank zou werknemer al langer disfunctioneren en is voorts sprake van een verstoorde arbeidsrelatie omdat werknemer vertrouwelijke stukken zou hebben gekopieerd. Werknemer beroept zich op het opzegverbod tijdens ziekte en betwist dat sprake is van disfunctioneren en de vermeend verstoorde arbeidsrelatie.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Van disfunctioneren is geen sprake. Uit de beoordelingsformulieren volgt immers dat werknemer goed functioneerde. Daarnaast brengt het goed werkgeverschap met zich dat aan werknemer eerst een verbetertraject wordt geboden, alvorens tot ontslag over te gaan. Het ontbindingsverzoek houdt derhalve verband met de ziekte, zodat het moet worden afgewezen. Indien er verschil van mening bestaat over de wijze waarop de re-integratie moet worden vormgegeven, dient de Rabobank niet over te gaan tot ontslag, maar dienen partijen eerst via de bedrijfsarts of mediator tot een oplossing te komen, althans te trachten. De wijze waarop de Rabobank zich jegens werknemer heeft opgesteld, brengt voorts met zich dat de Rabobank de proceskosten van werknemer dient te vergoeden.