Rechtspraak
werkgever/werknemer
Werknemer (40 jaar) is sinds 2005 in dienst van werkgever in de functie van assistent-makelaar. Tot 2008 beschikte werknemer over zijn eigen secretariële ondersteuning. Vanwege een reorganisatie in 2008 dient werknemer een deel van de administratieve taken voortaan zelf te verrichten. Al snel bleek werknemer hiertoe niet in staat. Vanaf december 2009 is werknemer op non-actief gesteld en thans verzoekt werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Werknemer verweert met de stelling dat werkgever wist dat hij niet goed was in administratieve taken, maar dit gegeven destijds geen reden was werknemer niet aan te nemen.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met een vergoeding van C=1,5. Ter bepaling van de hoogte van deze vergoeding overweegt de kantonrechter dat voldoende aannemelijk is geworden dat werkgever bij aanvang van de dienstbetrekking op de hoogte was van de zwakke administratieve kwaliteiten van werknemer. Door werknemer vervolgens de bestaande directe secretariële ondersteuning te ontnemen, heeft werkgever in belangrijke mate bijgedragen aan de vervolgens op dit punt ondervonden problemen. Verder moet worden vastgesteld dat de wijze waarop werkgever heeft aangestuurd op beëindiging van het dienstverband, onterecht diffamerend was. Voor een schorsing bestond immers geen goede grond. Datzelfde geldt voor het onmiddellijk innemen van auto en telefoon. Dat werkgever vervolgens ook nog het salaris te laat ging uitbetalen, getuigt van zeer slecht werkgeverschap.