Rechtspraak
Rechtbank Limburg, 27 januari 2010
ECLI:NL:RBROE:2010:BL1876
Coöperatieve Rabobank Maas en Leudal/werknemer
Werknemer (55 jaar) is sinds 1973 in dienst van de Rabobank Groep, laatstelijk in de functie van directeur wholesale tegen een salaris van € 8754. Hij heeft steeds bij verschillende Rabobankvestigingen gewerkt. In 2008 wordt werknemer benoemd tot directeur wholesale van Maas en Leudal. In datzelfde jaar vindt er een audit plaats bij deze vestiging door Rabobank Nederland. De bank scoort zeer slecht. In 2009 zijn gesprekken gevoerd met werknemer, waarin zorg is uitgesproken over het tempo waarin de veranderingen doorgevoerd zouden moeten worden. In juli 2009 wordt werknemer op non-actief gesteld. Thans verzoekt de Rabobank ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren van werknemer dan wel een verstoorde arbeidsrelatie.
De kantonrechter oordeelt als volgt. In juni 2009 is nog met werknemer gesproken en is niet gerept over ontslag. Door in juli 2009 plotseling het vertrouwen in werknemer op te zeggen, is sprake van zeer onzorgvuldig handelen van de Rabobank. Er is geen sprake van disfunctioneren, wel van een verstoorde arbeidsrelatie. Met betrekking tot de vergoeding oordeelt de kantonrechter dat dient te worden uitgegaan van de ingangsdatum van 1 augustus 1973. Werknemer is toen op 18 jarige leeftijd, direct na het behalen van het havo-diploma, in dienst getreden bij de Rabobankorganisatie. Sindsdien heeft hij onafgebroken bij de Rabobankorganisatie gewerkt. Werknemer heeft, mede als gevolg van de opleidingen en cursussen die hij gevolgd heeft, een loopbaan gehad, waarbij hij regelmatig op een hoger niveau is gaan werken. Indien de redenering van Rabobank Maas en Leudal gevolgd zou worden dat werknemer enkel vanaf de aanstelling bij de afzonderlijke Rabobank anciënniteit opbouwt, zou werknemer bij de Rabobankorganisatie veertien nieuwe dienstverbanden gehad hebben maar geen anciënniteit hebben opgebouwd. De Rabobank-organisatie heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een zodanige samenhangende eenheid dat niet langer volgehouden kan worden dat een werknemer, die in de loop van zijn zich ontwikkelende loopbaan bij steeds een andere vestiging te werk wordt gesteld, daarmee geen anciënniteit zou opbouwen. De Rabobankorganisatie duidt zichzelf ook aan als Rabobankgroep. Er is sprake van een eigen Rabobank CAO, er is een eigen pensioenregeling en de Rabobank-groep geeft jaarlijks één gemeenschappelijk jaarverslag uit. De Rabobankgroep kent een regeling Mobiliteit Directeuren. Kortom, ampele redenen om in dit verband uit te gaan van een anciënniteit van bijna 37 jaar. De C-factor wordt op 2 gesteld (€ 716.968).