Schriftelijke arbeidsovereenkomst is niet in geding gebracht. Kwalificatie overeenkomst. Is er sprake van een vast aantal uren per week of van een oproepovereenkomst?

Opdrachtgever heeft, met inachtneming van deze opzegtermijn, kunnen besluiten om de overeenkomst niet te verlengen. Van enige wanprestatie is geen sprake, noch is sprake van strijd met de redelijkheid.

Loonvordering van werknemer toegewezen. Beslissing over het betwiste deel van de loonvordering in verband met loon tijdens arbeidsongeschiktheid van werknemer, gebaseerd op de stelling dat zijn loon gedeeltelijk contant zou zijn betaald, wordt aangehouden.

In dit geding staat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst centraal wegens het vervallen van de arbeidsplaats na volledige bedrijfsbeëindiging door werkgever, waarbij tevens de (on)mogelijkheid tot herplaatsing en het recht op transitievergoeding aan de orde zijn.

Assistent-teamleider vult volgens werkgeefster intern schadeformulier na bedrijfsongeval verkeerd in. Werkgeefster vraagt ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Verzoek wordt afgewezen en werknemer moet weer worden toegelaten tot het werk.

Opzegging arbeidsovereenkomst van zieke werknemer in strijd met artikel 7:671 BW. Eventuele aanspraak op een hogere transitievergoeding kan niet tot billijke vergoeding leiden. Ook ziet het hof onvoldoende grond om een billijke vergoeding ter preventie toe te kennen.

Verzoek tot billijke vergoeding van werkneemster nadat werkgeefster de arbeidsovereenkomst zonder toestemming van het UWV heeft opgezegd na twee jaar ziekte, afgewezen. Niet aannemelijk dat de vernietiging van de opzegging zou hebben geleid tot een loonaanspraak.

Werknemer is – ondanks een eerdere waarschuwing – drie achtereenvolgende dagen zonder bericht, ondanks aanmaningen, niet op het werk verschenen. Ontslag op staande voet terecht.

Zzp’er treedt in dienst bij bedrijf, waar hij eerst via een intermediair voor werkte. Het in de overeenkomst van opdracht opgenomen relatiebeding is in strijd met het belemmeringsverbod van de Waadi.

Verzoeker vraagt een verklaring voor recht dat hij op grond van opvolgend werkgeverschap een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft. Verzoeker is geen werknemer voor wie de rechtsbescherming van artikel 7:668a lid 2 BW in redelijkheid bedoeld is.