Uitleg over de verhouding tussen artikel 7:628 BW en 7:629 BW. Werkgever heeft in het derde ziektejaar ten onrechte 90% van het salaris doorbetaald.

Loonvordering wegens onbetaalde overuren. Bewijswaardering. Restaurantmedewerker werkte door tot sluitingstijd, terwijl zijn overeengekomen werktijden eerder stopten.

Ontslag op staande voet. Op basis van beelden is bewezen dat medewerker PI een mobiele telefoon aan een gedetineerde overhandigt. Onvoldoende tegenbewijs geleverd, dus dringende reden komt vast te staan.

Loongeschil. Uitleg ‘uitsluiting van loondoorbetaling’ in NBBU-cao (oud). ‘Wegvallen werk’ is het wegvallen van de opdracht van de inlener. Werkgever heeft werknemer terecht niet doorbetaald toen de inlener de opdracht introk.

Ontslag op staande voet wegens het herhaaldelijk weigeren een mondkapje te dragen en het niet eerder opvolgen van richtlijnen is rechtsgeldig gegeven. Werknemer heeft zich op agressieve toon uitgelaten jegens zijn teamleider.

Werknemer heeft niet aangetoond dat de door hem na 31 januari 2017 uitgeoefende functie in een andere schaal moet worden ingedeeld.

Overgang van onderneming. Oude werkgever voert, kort voor overname, niet rechtsgeldig een pensioenverslechtering door. Nieuwe werkgever moet ‘oude’ pensioentoezegging gestand doen, maar is niet verplicht een uitvoeringsovereenkomst met de oude pensioenverzekeraar te sluiten.

Bij bedrijfsongeval gewonde werknemer spreekt hoofdaannemer aan. Artikel 7:658 lid 4 BW in dit geval niet toepasselijk. Geen aansprakelijkheid op grond van artikel 6:171 BW, nu niet is komen vast te staan dat werknemer schade heeft geleden als gevolg van een fout van werkgever.

Werknemer niet geslaagd te bewijzen dat arbeidsovereenkomst voor (ruim) een jaar is aangegaan. Verklaring zwager dat tussen partijen is gesproken over een jaarcontract is onvoldoende duidelijk. Arbeidsovereenkomst na half jaar van rechtswege geëindigd. Werkgever heeft aan aanzegverplichting voldaan.

Op werknemer rust bewijslast van stelling dat arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan voor de duur van (ruim) een jaar, en niet, zoals werkgever stelt, voor de duur van een half jaar. Bewijsopdracht werknemer.