Het gedrag van werknemer was – gezien de omstandigheden, waarbij werkgever adviezen om mediation en het inschakelen van externe expertise in te schakelen niet heeft opgevolgd – begrijpelijk. Geen sprake van verwijtbaar handelen.

Bedrijfsleider wordt door collega’s beschuldigd van seksuele intimidatie, hetgeen hij betwist en niet is komen vast te staan. Tussen partijen is inmiddels sprake van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Toewijzing ontbindingsverzoek (g-grond).

De arbeidsovereenkomst van werknemer, die zich vanuit zijn woonplaats in Polen ziek meldt, is onterecht ontbonden. Werkgever had conform Europese regelgeving de re-integratiemogelijkheden via het bevoegde orgaan in Polen moeten opvragen in plaats van werknemer op te roepen bij de bedrijfsarts in Nederland. Bij de hoogte van de billijke vergoeding wordt rekening gehouden met het slapende dienstverband indien om herstel zou zijn verzocht.

Werknemer mocht er redelijkerwijs op vertrouwen dat het concurrentiebeding niet in de weg stond aan het verrichten van werkzaamheden bij concurrent. Werkgeefster heeft geen enkel bezwaar of voorbehoud gemaakt tegen de indiensttreding.

Ontslag van werknemer, tevens bestuurder in het familiebedrijf, houdt stand in hoger beroep. Het hof is van oordeel dat sprake is van een voldragen g-grond, waarbij werkgeefster niet (ernstig) verwijtbaar heeft gehandeld.

Functie van werknemer is van juniorverkoopmedewerker gewijzigd in accountmanager. Ingrijpende verandering van functie, waardoor het concurrentiebeding zwaarder is gaan drukken. Artikel 7:653 BW (oud).

Toewijzing verzoek werknemer tot toekenning billijke vergoeding nu het handelen van werkgever heeft gezorgd voor verdere verstoring van de arbeidsrelatie door onder meer het onterecht geven van ontslag op staande voet en het laat inschakelen van de bedrijfsarts.

Productiemedewerker die pak koekjes (relatiegeschenk) uit de kantine meeneemt, na een gesprek met de directeur een schaar in zijn broekzak heeft gestoken en heeft geroepen ‘Ik kom achter jullie aan’, is ten onrechte op staande voet ontslagen.

Werknemer vordert in kort geding tevergeefs veroordeling van werkgever tot het deugdelijk nakomen van re-integratieverplichtingen na 104 weken arbeidsongeschiktheid. Werknemer heeft onvoldoende concreet omschreven wat hij van werkgever verlangt en wat ‘deugdelijk’ precies inhoudt.

Het ontbreken van deeltijdbepalingen in de cao kan niet tot gevolg hebben dat de cao slechts is bedoeld voor het werken in voltijd dienstverband. Werkgeefster zal immers een gewenste aanpassing van de arbeidsduur in beginsel moeten toestaan op grond van de Wet flexibel werken.