Werkneemster is onterecht op staande voet ontslagen omdat zij geen gehoor gaf aan het verzoek van werkgeefster op de derde ziektedag de beschikbaar gestelde bedrijfseigendommen in te leveren. Arbeidsovereenkomst wordt ontbonden op de g-grond. Aanhouding zaak vanwege onduidelijkheid over datum indiensttreding.

Werkgeefster heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door het disfunctioneren van werkneemster niet (voldoende) met haar te bespreken en geen verbetertraject aan te bieden.

Ontbindingsverzoek werkneemster toegewezen. Werkgever is na eerder afgewezen ontbindingsverzoek blijven aansturen op einde dienstverband. Billijke vergoeding van € 50.000 wegens ernstig verwijtbaar handelen werkgever.

Werkgever valt op een aantal punten een verwijt te maken, maar werkgever is nergens zodanig over de schreef gegaan dat dit de conclusie kan rechtvaardigen dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten.

Werkgeefster veroordeeld tot opzegging slapend dienstverband en tot betaling van een transitievergoeding berekend aan de hand van de datum na twee jaar ziekte. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar dat werknemer door de gekozen beëindigingsroute aanspraak kan maken op een hogere transitievergoeding.

Ontbinding arbeidsovereenkomst op verzoek werknemer zonder toekenning transitievergoeding. Werkgever is wel schadevergoeding verschuldigd wegens niet beëindigen slapend dienstverband. Het beroep van werkgeefster op haar slechte financiële situatie gaat niet op.

Werkgever handelt ernstig verwijtbaar door op basis van één kritiekpunt te stellen dat werkneemster disfunctioneert en door direct na hersteldverklaring werkneemster aan te sturen op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Toewijzing ontbindingsverzoek (g-grond). Billijke vergoeding € 45.000.

Ontbinding op verzoek werknemer. Geen sprake van slapend dienstverband. Aan vereisten artikel 7:669 lid 1 en 3 aanhef en sub b BW is niet voldaan en werkgever had gerechtvaardigd belang bij instandhouding arbeidsovereenkomst (reële re-integratiemogelijkheden). Geen transitievergoeding verschuldigd.

Werkgeefster heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door onder meer ten onrechte het standpunt in te nemen dat werknemer ondanks een overgang van onderneming niet bij haar in dienst is. Toewijzing ontbindingsverzoek werknemer en toekenning billijke vergoeding.

Werkgeefster had na de opzegging werknemer voldoende aanknopingspunten om te twijfelen of de wil van werknemer wel overeenstemde met zijn verklaring om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Toewijzing ontbindingsverzoek werknemer. Voortzetting niet in het belang van werknemer.