Loonstop ex artikel 7:629 lid 3 onder d BW ten onrechte opgelegd. Werkneemster heeft door een tweede mediationgesprek te weigeren niet haar re-integratieverplichtingen geschonden, nu niet aannemelijk is geworden dat zij daartoe medisch gezien in staat was.

Werkgever moet als goed werkgever de angst van werknemer – die een hartconditie had – om corona op te lopen tijdens zijn werkzaamheden behoorlijk adresseren.

Omdat aan werkneemster niet te kennen is gegeven dat zij niet voldeed aan de re-integratieverplichtingen was de loonstop van werkgever niet gerechtvaardigd.

Werkneemster heeft ten onrechte geweigerd met derde in gesprek te gaan om het arbeidsconflict op te lossen. Vordering tot beëindiging loonstop afgewezen.

Afwijzing verzoek billijke vergoeding. Ondanks de beoordeling van het UWV heeft werkgever voldoende gedaan aan re-integratie.

Zieke werknemer heeft recht op loondoorbetaling. Hof volgt deskundigenoordeel UWV – en niet tegenovergesteld oordeel bedrijfsarts – onder meer omdat de verzekeringsarts werknemer onderzocht heeft en de bemoeienis van de bedrijfsarts beperkt is gebleven tot een telefonisch consult.

Loonstop van zieke werknemer voor het niet meewerken aan re-integratie niet gerechtvaardigd. Werkgever is te snel overgegaan tot het opleggen van de loonstop, die zij gedurende lange tijd heeft gehandhaafd.

Tussen partijen staat vast dat sprake is van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Ontbinding op de g-grond, met toewijzing transitievergoeding en veroordeling werkgeefster tot loondoorbetaling tot einde dienstverband.

Werkgeefster was niet gehouden om mee te werken aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst van restaurantchef onder betaling van de transitievergoeding in de zin van de Xella-beschikking. Niet voldaan aan de norm van artikel 7:669 lid 1 en 3 aanhef en onder b BW en reële integratiemogelijkheden bij werkgeefster beschikbaar.

Hotel heeft – na verstrijken wachttijd – nog steeds passende werkzaamheden beschikbaar voor re-integrerende werkneemster. Hotel dient positief in te gaan op aanbod werkneemster om die werkzaamheden te verrichten en haar het daarmee corresponderende loon te voldoen.