Mondelinge uitspraak op grond van artikel 30p Rv. Kort geding. Vordering opzegging vrijstelling werkzaamheden en hervatting verbetertraject afgewezen. Terugkeer werkneemster op werkvloer in niemands belang.

Ontslag op staande voet. Dringende reden wegens wegnemen geld en voedsel uitdelen aan derden. Gefixeerde schadevergoeding € 2.381,21 bruto. Bewijsopdracht werkgever ten aanzien van schadevergoeding voor ontvreemden voedsel door werknemer.

Kort geding. Niet-gevaccineerde werknemer vordert wedertewerkstelling. Geen spoedeisendheid, omdat er geen concreet beschikbaar project is voor werknemer. Ook voor vordering werknemer achterstallig salaris is er geen spoedeisenheid. Werknemer ontvangt wel salaris.

Eindvonnis na tussenvonnis. Geen bijzondere omstandigheden om terug te komen op beslissing tussenvonnis. Loonvordering werknemer van € 25.542,89 netto en € 18.821,31 bruto toegewezen.

Werkgever mocht als eigenrisicodrager niet zonder toestemming van het UWV de Ziektewetuitkering van werknemer stoppen vanwege schending re-integratieverplichtingen. Werkgever had bij de verrekening van te veel betaalde toeslagen aan werknemer de beslagvrije voet in acht moeten nemen.

Tussentijds hoger beroep toegestaan van een beschikking in een deelgeschilprocedure ex artikel 1019w e.v. Rv.

Op werkneemster rust bewijslast bestaan arbeidsovereenkomst onbepaalde tijd vanwege uitgangspunt 'bepaalde tijd, tenzij uitdrukkelijk anders overeengekomen' in ABU-Cao.

Voetballer is gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd. De hoogte van het bedrag wordt door de kantonrechter gematigd. Het KNVB-arbitragebeding is niet van toepassing omdat het een geschil betreft voorafgaand aan het KNVB-lidmaatschap van de vereniging.

Voetballer is gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging verschuldigd. De hoogte van het bedrag wordt door de kantonrechter gematigd. Het KNVB-arbitragebeding is niet van toepassing omdat het een geschil betreft voorafgaand aan het KNVB-lidmaatschap van de vereniging.

Tussenvonnis. Bewijsopdracht werkneemster dat zij elke werkdag structureel 15 minuten langer werkte dan dat zij uitbetaald kreeg.