Werkgever dient werknemer, wiens arbeidsovereenkomst reeds is geëindigd, een aanzegvergoeding, de transitievergoeding en (boven)wettelijke vakantie-uren en vakantiegeld uit te betalen.

Werkgeefster dient vakantiebijslag werkneemster te voldoen. Dat werkgeefster niet aan de skypezitting heeft deelgenomen, wordt aangemerkt als een niet-verschijnen op een mondelinge behandeling (art. 88 Rv in verbinding met art. 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid).

Einde van rechtswege arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Werkgever is de transitie- en aanzegvergoeding verschuldigd. Verrekening vakantiedagen met loonbetaling niet toegestaan.

Een vredesrechter kan ook werknemer zijn en bijgevolg aanspraak hebben op vakantieverlof. Onderscheid aard werkzaamheden vredesrechter en gewone rechter rechtvaardigt verschil in behandeling bepaalde tijd en onbepaalde tijd.

Werknemer heeft recht op vakantieverlof over periode onrechtmatig ontslag en hervatting van werk.

De rechtbank stelt een prejudiciële vraag inhoudend of het recht van elke werknemer op jaarlijks betaald verlof op grond van artikel 7 Richtlijn 2003/88/EG en op grond van vaste EU-rechtspraak, aldus moet worden uitgelegd dat het korten van dat loon gedurende vakantie tijdens arbeidsongeschiktheid daarmee in strijd is.

Ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. Werkgever stelt zich op het standpunt dat werknemer disfunctioneert, terwijl werknemer werkgever ervan beschuldigt hem uitsluitend te willen ontslaan omdat hij kritisch was over het creatief boekhouden binnen werkgever en zijn verweer tot afwijzing van het ontbindingsverzoek heeft laten varen.

Vorderingen van werknemer tot betaling van achterstallig loon en vakantietoeslag toegewezen.

Reguliere overuren maken deel uit van het recht op loon tijdens vakantie, waarbij geen onderscheid mag worden gemaakt tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen.

Werkgever wordt veroordeeld tot betaling van opgebouwde doch niet genoten vakantie-uren van werkneemster. Wettelijke verhoging wordt, in tegenstelling tot de door werkneemster gevorderde 50%, vastgesteld op 10%.