De aftopping van een beëindigingsvergoedingsregeling in een Sociaal Plan levert geen verboden onderscheid naar leeftijd op. Het onderscheid naar leeftijd wordt objectief gerechtvaardigd.

Verbod dragen religieuze uitingen alleen objectief gerechtvaardigd bij wezenlijk belang bij neutraliteit. Werkgever heeft bewijslast. Nationale regelingen die godsdienstvrijheid waarborden vormen gunstigere regelingen in de zin van artikel 8 Richtlijn.

Ontslag ‘dove penitentiaire medewerker’ in strijd met Gelijkebehandelingsrichtlijn wegens het niet beschikbaar stellen van een gehoortoestel.

Geen recht op een billijke vergoeding vanwege ontbreken ernstige verwijtbaarheid van de werkgever. Ontslag was niet het gevolg van verboden onderscheid tussen mannen en vrouwen (zwangerschap).

Toepassingsbereik Richtlijn 1999/70/EG ziet op tijdelijke contracten en niet op vast (weigering verlof te verlenen aan vaste kracht voor tijdelijke leerstoel valt niet onder richtlijn).

Het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid mist toepassing in geval van ongelijke behandeling tussen hetzelfde geslacht (vrouwen onderling).

Ernstige economische crisis vormt geen legitiem doel tot nemen van crisismaatregelen, bevordering werkgelegenheid wel. Leeftijdsdiscriminatie.

Nationale hervorming die conversie tijdelijk in vast bevordert, rechtvaardigt ongelijke behandeling tijdelijk versus vast.

KLM handelt in strijd met het in artikel 119 EG-Verdrag neergelegde beginsel van gelijke beloning voor gelijke arbeid, doordat ex-stewardess niet bij dezelfde bedrijfspensioenregeling is aangesloten als haar mannelijke collega’s.

Hof oordeelt, na verwijzingsbeschikking Hoge Raad, dat regeling tot aftopping van stimuleringspremie in sociaal plan geen verboden onderscheid naar leeftijd oplevert. Werknemer heeft weliswaar geen afvloeiingsvergoeding ontvangen, maar wel voorzieningen ter waarde van € 110.000.