Vordering werknemers tot ongewijzigde voortzetting pensioenregeling na eenzijdige wijziging door werkgever afgewezen. Zwaarwichtig belang werkgever voldoende aangetoond.

Pensioenzaak. Vordering premievrije pensioenopbouw afgewezen. Werknemer had voor arbeidsgeschikt deel geen dienstverband in de bouwnijverheid.

Vordering werknemer tot ongewijzigde voortzetting pensioenregeling na eenzijdige wijziging door werkgever afgewezen. Zwaarwichtig belang door werkgever voldoende aangetoond. Door wijziging geschaad belang werknemer moet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid daarvoor wijken.

Leiding en toezicht ligt bij de opdrachtgevers, zodat werkgever kwalificeert als een uitzendonderneming in de zin van het verplichtstellingsbesluit van StiPP.

Dochteronderneming Gemeente geen uitzendonderneming en valt niet onder werkingssfeer van Verplichtstellingsbesluit StiPP.

Eiser valt onder het verplichtstellingsbesluit Bedrijfstakpensioenfonds Mode-, Interieur, Tapijt- en Textielindustrie (MITT). Er is geen hoofdzaakcriterium opgenomen in het verplichtstellingsbesluit en eiser valt niet onder de uitzondering van het besluit.

Opheffing ongelijke behandeling middels nieuwe wetgeving kan onder omstandigheden leiden tot feitelijke leveling down, maar niet met terugwerkende kracht.

Verplichtingstelling. Uitleg begrip verpleegartikelen in verplichtstellingsbesluit PFZW. Werkgeefster valt onder verplichtingstelling, omdat zij verpleegartikelen uitleent.

Verhouding eenzijdig wijzigingsbeding in arbeidsovereenkomst (art. 7:613 BW) en pensioenovereenkomst (art. 19 Pw). Artikel 20 Pw ziet op wijziging pensioenovereenkomst en daaruit voortvloeiende aanspraken en is niet van toepassing op wijziging in uitvoeringsovereenkomst.

Uit het Pensioenreglement volgt dat het recht op premievrije deelneming is toegekend aan de deelnemer die ten minste 35% arbeidsongeschikt is en een WIA-uitkering ontvangt. Niet voldoende is dat de arbeidsongeschiktheid tijdens het deelnemerschap is ontstaan.