Naar boven ↑

Update

Nummer 16, 2025
Uitspraken van 10 april 2025 tot 16 april 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. E.L. Eijkelenboom, mr. R. van Hemert, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte confrères, collegae, amici en amicae,

Bijgaand treft u weer een nieuwe VAAN AR Update aan. Klik hier om de pdf vanaf de website te downloaden.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HR: inlener ex artikel 7:690 BW kan ook particulier huishouden zijn. Loonverplichting kan ook volgen uit dwingende betaalmethode
In AR 2025-0473 oordeelt de Hoge Raad dat Helpling terecht als uitzendwerkgever is gekwalificeerd door het hof. De wet noch de toelichting dwingt tot een restrictieve uitleg van artikel 7:690 BW, in die zin dat hieronder uitsluitend bedrijfsmatige inlening zou worden verstaan. Dat dit wel het oogmerk van de Uitzendrichtlijn is, doet aan de ruimere reikwijdte van artikel 7:690 BW niet af. Vanwege de sterke ‘bepaalmacht’ van Helpling (partijen werden verplicht te betalen via de betaalmethode Stripe van Helpling alsook overigens werd het werkgeverschap bij het huishouden ontmoedigd door de bepaalmacht van Helpling) maakt dat sprake is van loonbetaling en bovendien van dusdanig gezag dat sprake is van een arbeidsovereenkomst in de vorm van een uitzendovereenkomst.

Ktr.: arbeidsovereenkomst met Nederlandse werkgever niet (stilzwijgend) beëindigd na vertrek werknemer naar Amerikaanse entiteit
In AR 2025-0466 oordeelt de kantonrechter dat de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werkgever niet stilzwijgend is beëindigd, nadat werknemer op verzoek van werkgever naar Amerika verhuisde om daar in dienst te treden van een Amerikaanse entiteit van werkgever. Van een (expliciete) opzegging is geen sprake geweest. Van een stilzwijgende opzegging kan geen sprake zijn, nu de wet deze mogelijkheid niet kent en daarbij bovendien sprake is van een contradictio in terminis. Ook is van belang dat gebleken is van een zeer nauwe samenhang en verwevenheid tussen werkgever en de Amerikaanse entiteit, in die zin dat deze entiteit in feite kan worden aangemerkt als een afdeling/onderdeel van werkgever. Tot slot volgt uit tal van omstandigheden dat werkgever zich ook na de verhuizing van werknemer in 2001 als werkgever van werknemer is blijven gedragen.

Ktr.: Inspecteur ILT die na bekeuring wegens foutparkeren de gemeentelijke boa intimideert de boete uit het systeem te halen, maakt misbruik van zijn bevoegdheid en schendt de Ambtenarenwet en Gerdragscode Integriteit Rijk. Ontbinding e-grond met 1/3 transitievergoeding
In AR 2025-0464 oordeelt de kantonrechter dat de agressieve en intimiderende wijze waarop werknemer als Inspecteur ILT verhaal probeerde te halen bij de boa’s van de Gemeente Zwijndrecht die hem een boete hadden opgelegd wegens foutparkeren, ontbinding op de e-grond rechtvaardigen. Bovendien heeft hij zijn autoriteit en bevoegdheid van ILT-inspecteur ingezet om de uitgeschreven parkeerboete ongedaan te maken. Hij heeft daarmee in ernstige mate misbruik gemaakt van zijn bevoegdheid en in strijd gehandeld met de Ambtenarenwet en de Gedragscode Integriteit Rijk. Vanwege zijn smetteloze dienstverband van 20 jaar, kent de kantonrechter hem op grond van het ‘luie gaatje’ een vergoeding toe van 1/3 transitievergoeding.

Ktr.: samengestelde dringende redenen onvoldoende voor rechtsgeldig ontslag
In AR 2025-0448 oordeelt de kantonrechter dat werknemer die meermalen te laat kwam, ongeoorloofd afwezig was en bepaalde controlevoorschriften niet zou hebben nageleefd, niet op staande voet kan worden ontslagen. Een deel van de redenen komt niet vast te staan en is bovendien te licht voor een gedragen ontslag op staande voet.

In AR 2025-0459 kost het ontslag op staande voet de werkgever € 40.000 aan billijke vergoeding. Hoewel de kantonrechter enerzijds begrip heeft voor de opvatting van de werkgever dat werknemer ‘de kluit belazerde’, hield het ontslag geen stand. Omdat een ontslag op staande voet een uiterste middel is ter beëindiging van een arbeidsovereenkomst, had werkgever in dit geval de feiten die hij aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft willen leggen in het kader van goed werkgeverschap beter moeten onderzoeken, alvorens tot het ontslag over te gaan. Dat heeft werkgever nagelaten. Hij heeft, zonder te onderzoeken wat de reden was van de aanwezigheid van werknemer op het dak in Leiden, zonder te onderzoeken of werknemer wist of behoorde te weten dat hij op 23 oktober 2024 voor re-integratiewerkzaamheden werd verwacht, en zonder te onderzoeken of werknemer iets van doen had met de op zijn adres ingeschreven onderneming, zijn eigen conclusies getrokken (namelijk dat werknemer hem voorloog), en is tot een ontslag op staande voet overgegaan, waarbij hij werknemer, die zich onmiddellijk na het telefoongesprek vanaf het dak in Leiden bij werkgever heeft vervoegd om tekst en uitleg te geven, ook niet meer te woord heeft willen staan. Bij nader onderzoek zou de werkgever tot de conclusie hebben kunnen (en moeten) komen dat de op zichzelf niet onbegrijpelijke schijn van een liegende werknemer toch anders was dan de werkelijkheid, althans, dat voor een ontslag op staande voet een dringende reden ontbrak.

Vragen of opmerkingen
Indien u problemen ondervindt met inloggen, dan kunt u contact opnemen met het secretariaat van de VAAN via het e-mailadres secretariaat@vaan-arbeidsrecht.nl. Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar juridisch@boom.nl.

Wij wensen u alvast een Goede Vrijdag en mooi Paasweekend toe.

Hoge Raad

Hof

Rechtbank