Rechtspraak
werknemer c.s./Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. c.s.Rechtbank Amsterdam, 29 april 2016
werknemer c.s./Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V. c.s.
Als uitgangspunt in deze zaak gelden de feiten zoals opgenomen in het eerder gewezen vonnis van 4 april 2016 (zie AR 2016-0363). Verder geldt het volgende. Op 22 maart 2016 zijn Martinair en de VNV het Protocol cao Martinair-vliegers 2016-2018 (hierna: het Protocol) overeengekomen. Daarin is opgenomen dat de vrachtvliegers collectief in deeltijd zouden gaan werken tegen inlevering van een deel van hun salaris om gedwongen ontslag te voorkomen. Verder is (opnieuw) een vrijwillige vertrekregeling overeengekomen. In het vonnis van 4 april zijn de vorderingen van de vrachtvliegers strekkende tot indiensttreding bij KLM (op grond van art. 7:662, 7:611 BW en/of 6:162 BW) afgewezen. Rechtsoverweging 49 van het vonnis luidt: ‘Wel wordt overwogen dat KLM en VNV zich tot het uiterste dienen in te spannen om gedwongen ontslagen bij Martinair te voorkomen. Immers de vrachtvliegers hebben vertrouwd op het Ringvaartakkoord en het door KLM gedragen begrip “keeping the family together”. Zij hebben hun handelen hierop afgestemd. Het past KLM als 100% aandeelhouder, maar ook als ultieme moedervennootschap, niet om 263 nieuwe vliegers in dienst te nemen terwijl elders in haar concern piloten werkloos dreigen te raken. Niets redelijks staat aan zo’n herplaatsing in de weg en VNV zal dat dienen te gedogen. Dat de vrachtvliegers deze aan derden vergeven functies niet zouden kunnen vervullen, komt niet geloofwaardig voor.’ Het Protocol is na het vonnis door de vrachtvliegers van de hand gewezen. Martinair heeft voor 37 vrachtvliegers ontslagaanvragen ingediend bij het UWV. De vrachtvliegers stellen zich op het standpunt dat hiermee de duidelijke opdracht tot herplaatsing uit het vonnis van 4 april wordt genegeerd. De vrachtvliegers vorderen (onder meer) dat Martinair wordt veroordeeld de ontslagaanvragen in te trekken.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Partijen verschillen van mening over de betekenis die aan overweging 49 uit het vonnis van 4 april 2016 moet worden gehecht. Wat de exacte strekking van de betreffende overweging in het licht van artikel 7:669 BW en artikel 9 lid 2 van de Ontslagregeling ook is, kan daarin - anders dan de vrachtvliegers betogen - in elk geval niet worden gelezen dat KLM als groep gehouden zou zijn om hen in dienst te nemen boven de sterkte, dat wil zeggen zonder vacature in een passende functie. Een dergelijke interpretatie gaat veel te ver. De 263 vacatures (voor tweede officier) waarop wordt gedoeld, zijn (onweersproken) vervuld door anderen op basis van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Van KLM kan niet worden verlangd die vliegers te ontslaan - zo dit al mogelijk zou zijn - ten behoeve van de vrachtvliegers. Van KLM kan evenmin worden verlangd de vrachtvliegers dan maar boven de sterkte aan te nemen, ook niet bij wijze van schadevergoeding in natura. Verder is in overweging 49 uitdrukkelijk sprake van een (vergaande) inspanningsverplichting en niet meer dan dat. Daadwerkelijke realisering van de herplaatsing, zoals door de vrachtvliegers gevorderd, is niet het uitgangspunt. Bovendien hebben VNV en KLM terecht aangevoerd dat VNV als cao-partij niet zomaar buitenspel kan worden gezet bij overleg als door de vrachtvliegers gevorderd. Daar komt nog bij dat het KLM bij kortgedingvonnis van 23 december 2013 is verboden de vrachtvliegers collectief en op basis van het RVA in dienst te nemen. Gezien de naar voren gebrachte feitelijke inspanningen die inmiddels door Martinair als werkgever (en KLM als moedervennootschap en de VNV als belangenbehartiger) zijn geleverd om de mogelijkheid van herplaatsing of een andere oplossing te onderzoeken, kan op voorhand niet worden gezegd dat die inspanningen onder de huidige omstandigheden onvoldoende zijn geweest. Op de beoordeling ten gronde door het UWV kan niet vooruit worden gelopen. Daarbij wordt meegewogen dat tegen de beslissing van het UWV rechtsmiddelen openstaan. Volgt afwijzing van de vorderingen.