Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/P1 On Street B.V. c.s.
Rechtbank Noord-Nederland, 1 juli 2015

werkneemster/P1 On Street B.V. c.s.

Overname parkeerdienstverlening is een overgang van onderneming. Arbeidsongeschikte werkneemster treedt van rechtswege bij verkrijger in dienst, omdat zij slechts tijdelijk verhinderd is de arbeid te verrichten.

Werkneemster is sinds 1 januari 2010 in dienst van P1. P1 verleent diensten met betrekking tot het parkeren van voertuigen op de openbare weg en de daaraan gerelateerde parkeervoorzieningen. IPP is een personeelsvennootschap, waarvan InPublic Ventures (hierna: IPV) de enige aandeelhouder is. Het personeel van IPP wordt tewerkgesteld bij IPV. IPV is een parkeerdienstverlener en toezichthouder op de openbare weg en in het publieke domein. Sinds 29 oktober 2013 is werkneemster arbeidsongeschikt. Met ingang van 1 april 2015 is de opdracht met betrekking tot het project Heerenveen (waar werkneemster als coördinator werkzaam was) aan IPV gegund. Kern van het geschil betreft de vraag of sprake is van een overgang van onderneming. Werkneemster heeft zowel P1 als IPP aangesproken voor de salarisbetaling en de re-integratieverplichtingen.

De kantonrechter oordeelt onder verwijzing naar het Spijkers-arrest (HvJ EG 18 maart 1986, NJ 1987/502) dat aannemelijk is dat in een eventuele bodemprocedure wordt geoordeeld dat sprake is van een overgang van onderneming. Daartoe wordt het volgende overwogen. Volgens vaste rechtspraak van het HvJ EG is aan het vereiste ‘ten gevolge van overeenkomst’ in de zin van artikel 7:662 lid 2 BW voldaan als de overgang van een onderneming plaatsvindt in het kader van contractuele betrekkingen, zoals in dit geval waar de overeenkomst tussen de Gemeente Heerenveen en P1 is geëindigd en aansluitend daarop de gemeente met IPV een overeenkomst heeft gesloten. Dat aan IPV door de Gemeente Heerenveen geen verplichting is opgelegd om de werknemer van P1 over te nemen, is daarbij niet van belang (Hof Arnhem 20 september 2008, JAR 2009/107). Het parkeerbeheer en controle op het zogenoemde straatparkeren betreft een kapitaalintensieve onderneming, nu hiervoor vooral de voorzieningen als gebouwen, uitrijpoortjes en dergelijke van belang zijn. In dit geval maakt IPV gebruik van essentiële materiële activa (zoals parkeergarage, parkeerterrein en het parkeerservicebureau ) die voorheen door P1 werden gebruikt. Dat deze activa eigendom van de Gemeente Heerenveen zijn en door haar ter beschikking zijn gesteld aan achtereenvolgens P1 en IPV doet niet ter zake. De artikelen 7:662 e.v. BW eisen niet een overdracht van materiële activa, maar een overgang van de daaronder gefaciliteerde ondernemingsactiviteiten. Volgens vaste rechtspraak (HvJ EG 20 november 2003, JAR 2003/298 (Sodexho)) hoeft (daarbij) van enige eigendomsoverdracht geen sprake te zijn. Ook het door IPP gevoerde verweer dat IPV in het kader van haar werkzaamheden gebruik maakt van eigen bedrijfskleding en draagbare computers, maakt niet dat de identiteit van het bedrijfsonderdeel met de overdracht verloren is gegaan; dit betreffen voor de exploitatie slechts ondergeschikte verschillen. Nu sprake is van een overgang van onderneming, worden de vorderingen jegens P1 afgewezen. Het verweer van IPP dat werkneemster niet bij IPV in dienst is getreden, omdat vanwege haar langdurige arbeidsongeschiktheid de band met het overgenomen bedrijfsonderdeel ontbreekt, wordt verworpen. Uit de eerstejaarsevaluatie van het UWV blijkt namelijk dat terugkeer in het werk wordt verwacht. Hieruit volgt dat de verhindering om arbeid te verrichten van tijdelijke aard is.

  • Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
  • Datum uitspraak: 01-07-2015
  • Roepnaam: werkneemster/P1 On Street B.V. c.s.
  • Zaaknummer: 4109971 / CV EXPL 15-4452
  • Nummer: AR-2015-0642