Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 21 december 2012

werknemer/werkgever

Beschikking Van Hooff Elektra/Oldenburg-Pekel is ook van toepassing als werknemer een ontbindingsverzoek indient nadat werkgever het UWV WERKbedrijf om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht, maar de arbeidsovereenkomst niet door de werkgever is opgezegd. Afwijzing ontbindingsverzoek werknemer wegens verstoorde arbeidsrelatie

Werknemer is in 1999 in dienst getreden als Junior Consultant. Later is hij werkzaam geweest als Senior Consultant. Hij is sinds 2007 titulair directeur. Er is een conflict ontstaan over het functioneren van werknemer. Zijn functie van vestigingsmanager is gewijzigd in de functie van ‘staf commercieel beleid’. De in kort geding gevorderde wedertewerkstelling is afgewezen. Wel is een deel van de bonus over 2011 toegewezen. Namens werkgever is naar aanleiding van het vonnis gesteld dat klip en klaar is dat werknemer niet meer kan terugkeren in zijn oude staffunctie. Werknemer heeft zich vervolgens ziek gemeld. Na werkhervatting heeft werknemer zich wederom ziek gemeld. Hoewel werknemer eerder had aangekondigd een ontbindingsverzoek in te dienen, heeft hij het verzoek pas op 20 november 2012 ingediend. Op 13 november 2012 heeft werkgever een ontslagaanvraag bij het UWV WERKbedrijf ingediend. De toestemming is op 18 december 2012 verleend.

Onder verwijzing naar de beschikking Van Hooff Elektra/Oldenburg-Pekel (zie AR 2009-0929) oordeelt de kantonrechter dat het ontbindingsverzoek door werknemer is ingediend, zonder dat de arbeidsovereenkomst door werkgever is opgezegd (anders dan in Van Hooff Elektra, waar het ontbindingsverzoek tijdens de opzegtermijn werd ingediend). Wel was er al een ontslagaanvraag ingediend en heeft het UWV WERKbedrijf inmiddels toestemming voor opzegging verleend. Van werknemer had, gelet op zijn aankondiging in de brief van 10 oktober 2012 mogen worden verwacht dat hij met voortvarendheid een ontbindingsverzoek zou indienen, nu voor werkgever de BBA-route geblokkeerd was door de arbeidsongeschiktheid van werknemer. Het bepaalde in Van Hooff Elektra is ook in de onderhavige procedure van toepassing.

Uitgaande van een opzegging in december 2012, duurt de arbeidsovereenkomst na inachtneming van de geldende opzegtermijn nog voort tot 28 februari 2013. Hoewel aannemelijk is dat de arbeidsrelatie onherstelbaar is verstoord, valt niet in te zien waarom de relatief korte periode tot 28 februari 2013 niet overbrugd kan worden. Niet aannemelijk is geworden dat sprake is van een zodanige verandering in omstandigheden dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve nog eerder dan op 1 maart 2013 behoort te eindigen. Het ontbindingsverzoek van werknemer wordt afgewezen. Het voorwaardelijk ontbindingsverzoek van werkgever wordt wegens gebrek aan belang ook afgewezen.