Arbeidsovereenkomst in eerste aanleg ontbonden wegens verstoorde arbeidsverhouding. Hof oordeelt dat werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door werkneemster ongegronde verwijten te maken en loon- en re-integratieverplichtingen niet na te komen. Billijke vergoeding.

Een werkgever moet een werknemer kunnen aanspreken op zijn functioneren, ook als een werknemer persoonlijk een zware tijd doormaakt, maar daarbij komt het aan op ‘timing en toon’. In dit geval is dat niet goed gedaan en daarmee heeft werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld.

Werkgever heeft te prematuur naar het middel van het ontslagvoornemen gegrepen en daarmee ernstig verwijtbaar gehandeld. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op € 110.000.

Werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door tijdens gesprekken over de re-integratie onaangekondigd het functioneren en de werkbelasting van de (chronisch) zieke werknemer aan de orde te stellen. De hoogte van de billijke vergoeding wordt echter op nihil gesteld.

Arbeidsovereenkomst van museumdirecteur is terecht ontbonden op de g-grond, maar tegen de verkeerde datum. Werknemer krijgt in hoger beroep een billijke vergoeding toegewezen wegens ernstig verwijtbaar handelen van het museum.

Opzegverbod (ziekte) van toepassing. Hetgeen werknemer heeft aangevoerd en met medische stukken onderbouwd, is voldoende om oordeel bedrijfsarts ten tijde van indiening ontbindingsverzoek (volledige arbeidsgeschiktheid) als niet juist te aanvaarden. Benoeming deskundige.

Werknemer handelt ernstig verwijtbaar door herhaaldelijk te weigeren het (tweede spoor) re-integratieplan te ondertekenen nadat werkgever hierom meermaals heeft verzocht.

Aangezien het verzoek van werkneemster tot betaling van achterstallig loon op uiteenlopende gronden berust, kon werkgeefster zich niet beperken tot het verweer dat het juiste loonbedrag is voldaan.

Werkgever heeft werknemer onvoldoende in de gelegenheid gesteld zich te verbeteren. Uit de uitlatingen tijdens de mondelinge behandeling blijkt echter dat terugkeer van werknemer en een vruchtbare samenwerking niet realistisch is. Ontbinding op de g-grond.

Hof komt niet toe aan inhoudelijke beoordeling van verzoek om toekenning billijke vergoeding nu dit verzoek ruim twee maanden na het verstrijken van de vervaltermijn is ingediend en werkgever niet gehouden is een additionele passage in getuigschrift op te nemen.